De Génestet/Luim
Uiterlijk
← Weemoed en hope | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet | De practici → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
XCVIII.
LUIM.
La tristesse est dans le coeur,
La gaité est dans l'esprit.
La gaité est dans l'esprit.
Wat meent ge dat in weemoededroomen,
In rouwmisbaar, dat harten breekt,
In treurgezangen, tranenstroomen,
Het meest der ziele droefheid spreekt?...
In rouwmisbaar, dat harten breekt,
In treurgezangen, tranenstroomen,
Het meest der ziele droefheid spreekt?...
Daar is een glimlach, gul en goedig,
Een lachje, geestig, achalk en fijn,
En toch zoo grensloos diep weemoedig,
Dat zuchten daarbij vroolijk zijn!
Een lachje, geestig, achalk en fijn,
En toch zoo grensloos diep weemoedig,
Dat zuchten daarbij vroolijk zijn!