Naar inhoud springen

De Maasbode/Jaargang 46/Nummer 13053/Avondblad/Tweede Kamer

Uit Wikisource
‘Tweede Kamer. Naturalisatie’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Maasbode, vrijdag 8 mei 1914, Avondblad, derde blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ Derde blad, 1 ]

TWEEDE KAMER.

NATURALISATIE.

Ingetrokken is het wetsontwerp tot naturalisatie van I. C. Hermans.
WIJZIGING VAN ART. 261 DER GEMEENTE-WET.
Blijkens het voorloopig verslag werd algemeen toegejuicht, dat de regeering zoo spoedig getracht heeft, de bezwaren te ondervangen, welke het gevolg zijn van het arrest van den Hoogen Raad van 29 December 1913, maar ook algemeen was men van oordeel, dat door de bepaling, dat de in art. 261 der Gemeentewet bedoelde ambtenaar naar de toepassing van het tweede boek van het wetboek van Burg. Rechtsvordering als een deurwaarder wordt aangemerkt, gezegde bezwaren niet kunnen worden uit den weg geruimd.
Algemeen werd in overweging gegeven art. 261 der gemeentewet als volgt te doen luiden:
„De beteekening van stukken, betreffende vervolging tot invordering van plaatselijke belastingen, en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden door een ambtenaar, daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen.
Bij de uitoefening van zijne taak wordt deze als een deurwaarder aangemerkt.”