De Maasbode/Jaargang 64/Nummer 24049/Avondblad/Moritz Rosenthal
‘Moritz Rosenthal. Het vuur van een bijna zeventig jarig kunstenaar’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Maasbode, maandag 7 december 1931, Avondblad, p. 6. Publiek domein in de EU. |
MORITZ ROSENTHAL.
Het vuur van een bijna zeventig jarig kunstenaar.
Toch gelooven we, dat vele Nut-bezoekers na de pianomatiné van Moritz Rosenthal, die bijna 7 kruisjes telt, een zekere vermoeidheid zullen gevoeld hebben, al hadden ze dan ook veel genoten en bewonderd.
Deze artist toch, in wien ondanks zijn jarental nog een vurige begeestering leefde spoort noch zich zelf, noch zijn hoorders, laat staan ’t instrument, dat hem ter bespeling is voorgezet. Het is geweldig en verbluffend te zien, hoe deze bejaarde man Chopin laat klinken en hoe hij Schubert nog doet romantiseeren. Dat hij er nu en dan wel eens naast sloeg, verwonderde ons niet en vergeven wij trouwens makkelijk, als wij daarbij bedenken, mat wat een virtuositeit hij heel z’n lange programma uit ’t hoofd afwerkte, terwijl dit „werken” zoo werd opgevat dat ’t heusch geen sinecure werd, alleen reeds uit physisch oogpunt bekeken. Opvallend vreemd soms, deed nu en dan het linkerhandspel aan, dat wel eens wat te hoekig kon zijn, maar toch weet Rosenthal — bijv. in Schubert’s Wandererfantasie — een technische bedrevenheid aan den dag te leggen, waarin menigeen hem zou kunnen benijden. Dat Rosenthal zóó durft spelen, als hij de facto deed, laat zich slechts verklaren uit het feit, dat zijn techniek bijna geen moeilijkheden meer kent; maar dat hij zoo heeft kunnen spelen als wij het nu van hem gehoord hebben, daarover zullen velen het ons sterk verbaasd geweest zijn.
Natuurlijk, het verschil met onze allerjongste opvattingen over dynamiek en fraseering is niet gering, maar vele jongeren hebben toch nog een lesje kunnen nemen bij dezen ernstigen vakman, die de hitte van den dag wel gedragen heeft en toch zijn studie-uren zeker nog niet voorbij laat gaan.
Aan het slot van den middag kwamen eenige eigen werkjes, waarin hij het bewijs leverde, met diverse grootmeesters goed bekend te zijn.