De Maasbode/Jaargang 64/Nummer 24049/Avondblad/Residentieorkest

Uit Wikisource
‘Residentieorkest. Werk van H. Andriessen’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Maasbode, maandag 7 december 1931, Avondblad, p. 5. Publiek domein in de EU.
[ 5 ]

RESIDENTIEORKEST.


Werk van H. Andriessen.

 Onze Haagsche muziekreferent schrijft ons:
 Wij kunnen heel goed begrijpen, dat de middagconcerten van het Residentieorkest zich langzamerhand zelf ontvolken, want het eindeloos herhalen van dezelfde muziek, het hopeloos in een bepaald kringetje ronddraaien, drukt de belangstelling zeker bij het jongere geslacht luisteraars, weg.
 Heeft men alle repetities noodig voor een concert van Beethoven, of voor de Danse macabre van Saint Saens, of misschien voor de Marche hongroise van Berlioz, die een merkwaardig conflict tusschen dirigent Dr. van Anrooy en zijn orkest te zien gaf? Bij de uitvoering daarvan toch trachtte de dirigent vergeefs er het tempo in te houden. Zoo zijn er meer symptomen, dat het muzikaal niet alles botertje tot op den boom is bij dit ensemble. De spanning kan hier nu eenmaal niet komen van de directie van. Dr. van Anrooy; daartoe mist deze bekwame instructeur nu eenmaal de figuur. Veeleer moet de spanning hier groeien uit de mate van voorbereidende studie.
 Men zal onmiddellijk kunnen aanvoeren: en de symphonie van Hendrik Andriessen dan, die ook hedenmiddag werd uitgevoerd? Zeker, dit was ten zeerste verdienstelijk, maar zoo groot waren de moeilijkheden niet aan de uitvoering van dit werk verbonden. Het werk van Andriessen heeft veel hoedanigheden die getuigen van de kunde en de inspiratieve kracht van den componist. Het volgt de impressionistische richting, heeft mooi geinspireerde deelen naast fragmenten van inzinking. Het roept nog al eens herinneringen op aan de laatromantici als Rimsky en Mahler. Wat wij bij het eerste hooren nog missen is het inzicht in het verband, de groote greep die toch een symphonie behoort samen te vatten. Imposant is zeker wel het slot. Tweemaal moest de componist komen danken voor het applaus. Dr. van Anrooy deed het werk, voor zoover na te gaan, zeer goed uitvoeren.
 Nog een ontdekking kon men gistermiddag doen in den pianist Rudolf Serkin, die het vijfde concert van Beethoven speelde, niet langs afgetreden wegen, doch frisch en spontaan, met een prachtig toucher, een beheerschte techniek en vooral met een brio dat even eerlijk was als evenwichtig. Zoo groeide het mooie werk uit als een muzikale phalanx, aan alle kanten hecht en sterk. Wij zijn zeer verlangend naar het recital van dezen pianist. Vermeld dient nog te worden dat Sam Swaap zijn solo in de Danse macabre met veel entrain en succes speelde.