De Morgen/Jaargang 5/Nummer 1306/Een Raadsvergadering van twee minuten
‘Een Raadsvergadering van twee minuten’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Morgen, vrijdag 7 december 1928, tweede blad, [p. 4]. Publiek domein in de EU. |
Een Raadsvergadering van twee minuten.
HEERLEN. §§§ Meenden wij onlangs den Raad van Maastricht te mogen gelukwenschen met het vestigen van een record op zijn naam, door n.l. een agenda van 13 punten af te handelen in 20 minuten, ook de raad dezer gemeente kan vlug zaken doen. Voor de verslaggevers was het feitelijk niet de moeite waard geweest zich op de perstribune te installeeren. Want nauwelijks hadden ze des reporters ingrediënten voor den dag gehaald, om, conscientieus als altijd, te noteeren wat de vroede heeren zouden vertellen of welke beslissingen ze in het waarachtige belang der gemeente zouden nemen, of de vergadering werd reeds door den voorzitter, burgemeester van Griensven, gesloten. De heele vertooning, — in het laatste woord zit absoluut niets oneerbiedigs — had nog geen twee minuten geduurd. Alleen de voorzitter was even aan het woord geweest. De Raad had intusschen aan den heer Eijck eervol ontslag verleend als ontvanger van het Burgerlijk Armbestuur, waarna plechtiglijk, doch zonder opvallend ceremonieel, de rekening over 1927 werd aangeboden, gevolgd, niet minder in stijl, door de aanbieding van de begrooting 1929 in ontwerp. Een toen een drietal leden waren aangewezen, om de rekening 1927 te onderzoeken, was „de baard af”. Hamertik en de vergadering was voorbij.
Personen, die het weten konden, vertelden ons, dat de oproep ter vergadering min of meer een „foefje” was, als wij ons zoo onparlementair mogen uitdrukken, om de heeren bijeen te krijgen, voor het onderzoek der begrooting in de afdeelingen. Want inderdaad hebben na deze 2-minuten-bijeenkomst, die wel een unicum in de annalen onzer stedelijke vroedschap zal blijven, de raadsleden urenlang knusjes in de afdeelingen de begrooting onder de loupe had genomen. Er is nog altijd baas boven baas; dat heeft Heerlen’s Raad aan zijn collega’s van de Maasstad weer eens kunnen toonen.