Naar inhoud springen

De Nieuwe Koerier/Jaargang 51/Nummer 60/Tooverij en heksenprocessen in Roermond en omgeving

Uit Wikisource
Tooverij en heksenprocessen in Roermond en omgeving
Auteur(s) A.J.
Datum Zaterdag 12 maart 1938
Titel Tooverij en heksenprocessen in Roermond en omgeving. Zwarte bladzijden uit onze historie
Krant De Nieuwe Koerier
Jg, nr 51, 60
Editie, pg [Dag], vierde blad, 1
Brontaal Nederlands
Bron roermond.x-cago.com
Auteursrecht Publiek domein

TOOVERIJ EN HEKSENPROCESSEN IN ROERMOND EN OMGEVING.
ZWARTE BLADZIJDEN UIT ONZE HISTORIE.

      Op ’t einde der 16e eeuw en in ’t begin der 17e eeuw werden in Roermond verschillende heksenprocessen gevoerd die ons een blik doen slaan op de bijgeloovigheid van het volk, en de middelen, die de rechters gebruikten om de aangeklaagden tot bekentenis te dwingen, middelen, die, het zij in gewijzigden vorm heden ten dage ook nog in eenige landen bij de rechtspraak worden toegepast. Het eerste proces vinden wij vermeld den 18 November 1522. (Feria tertia post Martini episcopi).
      Een zekere Trijn van der Moelen had zich in ongelouwe ind gewailt (in de macht) van den boozen vijand der hel overgegeven. Zij werd ervan beschuldigd, op ingeven en raad van den duivel menschen, en dieren gedood te hebben en vruchten en andere zaken bedorven te hebben.
      Trijn werd hiervoor door de schepenen van Roermond veroordeeld om levend verbrand te worden.
      Een vrouw Kael Merrie uit Swalmen verging het niet beter. Zij moest voor het hoofdgericht van Roermond verschijnen, beschuldigd van tooverij. Daar uit het getuigenverhoor niet voldoende hare schuld bewezen was, werd zij echter vrij gesproken. Het gewone volk echter hield haar voor een heks, en daar zij niet uit Roermond geboortig was, moest zij de stad voor zonsondergang verlaten, en mocht zij op lijfstraf die stad in de toekomst op twee mijlen afstand niet naderen.
      Kael Merrie werd dan door twee stadsboden buiten de vestingwerken geleid en aan haar lot overgelaten. Soldaten en ander volk begeleidden haar tot aan de weide, het Kruis genaamd (Voorstad St. Jacob woonwagenkamp), bonden haar de voeten aan elkander en wierpen haar in de Maas, waar ze jammerlijk omkwam. Hiermede was de zaak echter nog niet afgeloopen.
      Den 4en Juli 1581 had een getuigenverhoor plaats over mishandeling van twee personen uit Swalmen. Den 28 Juni 1581 waren twee personen uit Swalmen naar Roermond gekomen om zich bij het hoofdgericht te verontschuldigen. Zij waren in de meening, dat Kael Merrie hen van tooverij beschuldigd had. Toen zij echter vernamen, dat zij niet genoemd werden, wilden zij naar Swalmen terugkeeren.
      Zij werden echter door soldaten en gepeupel vervolgd en in de ondiepe St. Jans Maas geworpen. Toen ze zich hieruit gered hadden, kwamen ze in de hoofdmaas terecht, waar ze beiden verdronken.
      Den 16 Sept. 1598 had Nees Weghen eene kar betooverd, zoodat het perdt die karre niet konste van der stadt krijgen. Ook met behulp van een tweede paard was de kar niet van plaats te krijgen. De prior Mathias van der Niessen kwam hierbij te pas. Hij zond een jongen naar de kerk om wijwater te halen, en toen de paarden hiermede besprenkeld waren, gingen die vort all lopende glyck off zy wehren gejaegt gewest.
      Den 20 Juli 1611 hielden Scholtis en Schepenen van Roermond een getuigenverhoor over Itgen Heudders uit Heythuizen.
      Itgen was er van beschuldigd, den zoon van Jan Wolters uit Roermond met de kwade hand aangeraakt te hebben, en hem daardoor eene subyte kranckheyt aangedaen te hebben. Haar werd bevolen de kwade hand van Jan Wolters af te trekken, hetgeen zij echter weigerde en antwoordde als Jan op voorspraak van Ons L. Vrouw van God genezing zou bekomen, men dan sol seggen, dat zij hem quaedt aangedaan had.
      De Scholtis kreeg van het gericht van Heythuizen zulke goede getuigschriften van Itgen Heudders over haren vromen levenswandel, dat zij vrijgesproken werd.
      Den 25 October 1613 was er in de omgeving van Roermond slechts beukenhout te bekomen. Christoffel Braets, scholtis te Roermond, doet hierover zijn beklag aan het hof van Gelder, daar het beukenhout geheel ongeschikt is tot het verbranden van toovernaars, ter cause dat geen teecken off palen daarvan en (over) blijven, daar men aan sien off speuren kan, dat de justicie administreerd is. Hij verzoekt daarom Elmpt bevel te geven, eikenhout naar het belatenhuis te laten brengen (Executieplaats achter de Kapel in ’t Zand).
      De Scholtis van Dalenbroek heeft vernomen, dat op ’t gebied van Dalenbroek zich een aantal Hexen oder Zauberluidt zouden bevinden, die door te Roermond terechtgestelde toovenaars zouden genoemd zijn. Hij verzoekt daarom den secretaris Petrus Bosman van Roermond hem een Catalogus van zothanigen verfluchten leuten te zenden, om nach beschehener rechtmessiger Inquisition selbige alssem giftiges unkraut auss zu reissen und zu gepuerlicher straff bringen zu lassen.
      Lisken Kuippers zit op het huis Monfort onschuldiger weiss ter cause van duvelsche toverie gevangen. Haar man Geiss Hendriks en haar broer Jan Kuippers wenden zich den 14e November 1614 tot het hof van Gelder om Lisken in vrijheid gesteld te krijgen. Als reden geven ze op, dat Lisken drymalen is getorquiert gewest, en niet anders bekend heeft, dan hetgeen eene deugdzame vrouw bekennen kan, en dat alzoo sych genochsam purgiert van de indicien die haar ter groeter onscholt zijn operlacht. Lisken word vrijgesteld en haar man en broeder moeten borg blijven voor haar gedrag en de gerechtskosten betalen.
      Geertgen van Geraedt huisvrouw van Steven der Muyer was te Roermond wegens tooverij geexecuteerd en hare meubels waren door den momboir in beslag genomen. Steven had echter die meubels in gebruik genomen en werd hiervoor door het hof vervolgd. Niettegenstaande hij te kennen gaf, de meubels en het huisje in de bekkerstraat gelegen door hard werken verkregen te hebben, werd zijn verzoek om huis en meubels te mogen behouden 20 Januari 1615 afgewezen en werd hij tevens veroordeelt in de kosten van het geding.
      Beter ging het Laurens Lenart. Zijne huisvrouw Trijne van Elmpt was te Roermond wegens tooverij door het hoofdgerecht schuldig verklaart en geexecuteerd. Hij heeft op zijn verzoek de inbeslag genomen meubels mogen behouden.

A. J.