De Standaard/Jaargang 63/Nummer 19219/Huishoudelijke voorlichting

Uit Wikisource
‘Huishoudelijke voorlichting in benarden tijd’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Standaard, dinsdag 11 december 1934, p. 4. Publiek domein.
[ 4 ]

Huishoudelijke voorlichting.


In benarden tijd.

 Naar men weet is onlangs een „commissie inzake huishoudelijke voorlichting” gevormd, een particuliere commissie, waarvan de leden betrokken zijn bij het Nijverheidsonderwijs voor meisjes of voortgekomen uit vereenigingen, welke in het bijzonder op dit terrein werken en wier deel is te trachten de huisvrouw, die haar inkomsten sterk heeft zien dalen, door voorlichting in den meest uitgebreiden zin van het woord, een maximum profijt van haar uitgaven te doen verkrijgen en den algemeenen toestand in de gezinnen te verbeteren.
 Om dit doel te bereiken, wil de commissie mobiliseeren die personen, die zich in dezen moeilijken tijd de bevoorrechten voelen, omdat zij niet, zooals vele medemenschen, zoozeer door de crisis zijn getroffen.
 De Commissie wordt in haar werk ter zijde gestaan door twee adviseerende commissies, waarvan de een gevormd is uit ambtenaren, daartoe vanwege de Departementen van Binnenlandsche Zaken, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Economische Zaken en Sociale Zaken aangewezen, terwijl inde andere commissie vertegenwoordigers van een groot aantal vereenigingen en organisaties, welke eveneens bij dit werk zijn betrokken, zitting hebben.
 Als secretaris der commissie is een ambtenaar van het Departement van Sociale Zaken aangewezen.
 De commissie doet een dringend beroep op al degenen, die bereid zijn een offer te brengen voor hun naasten. Zoo vraagt zij dan steun van hen, die uitdeelers willen zijn van datgene wat anderen ten goede kan komen.
 Wil deze voorlichting eenig nut hebben, dan zal met alle ter beschikking staande middelen en met medewerking van alle daarvoor in aanmerking komende vereenigingen en organisaties getracht moeten worden een zoo groot mogelijk aantal huisvrouwen te bereiken.
 Zoo zullen moeten gehouden worden kook- en naaicursussen, demonstraties en tentoonstellingen; er zullen moeten wezen besprekingen van menschen, zoowel individueel als groepsgewijze, opdat de behoeften duidelijk aan den dag komen; lokalen, materiaal en grondstoffen moeten beschikbaar worden gesteld, enz.
 De commissie wil niet in de eerste plaats organiseerend, doch stimuleerend werken. Reeds overal in den lande wordt op de een of andere wijze in deze richting gewerkt. De commissie wil nu trachten te verkrijgen een algemeene uitbreiding van dit werk, dat zeer afhankelijk is van plaatselijke toestanden en dat zich daaraan geheel moet aanpassen. De taak der commissie zal dan ook vooralsnog voornamelijk moeten wezen een schakel te vormen tusschen de geroutineerden en de beginnelingen in dit werk.
 Wanneer men zich af vraagt: „wat kan mijn vereeniging, of wat kan ik persoonlijk doen?”, breng deze vraag dan over aan de commissie en zij zal trachten daarop een antwoord te geven. Er is reeds veel en goed werk tot voorlichting en steun der huisvrouw gedaan. Zijt gij, leze(es) ook bereid tot hulp in dezen?
 Leerkrachten bij het Nijverheidsonderwijs voor meisjes en al degenen, die op eenigerlei wijze door beroep, werkkring, aanleg of positie mede kunnen werken, van u wordt iets van uw tijd en uw kracht gevraagd. Meldt u dan aan als vrijwilligers van het leger, dat, hoewel zich bewust, niet de gevolgen der malaise te kunnen overwinnen, deze wil trachten te bestrijden om zoodoende verbetering te brengen in de levensomstandigheden van die gezinnen, welke gebukt gaan onder den nood der tijden!
 Het Wijkcomité uit de commissie inzake huishoudelijke voorlichting, bestaat uit: E. M. Castendijk—Jansen, voorzitster; M. E. H. Sandberg—Geisweit van der Netten, vice-voorzitster; G. G. de Veer, C. A. Derksen, leden; J. D. J. E. van den Berg, secretaris. Adres: Departement van Sociale Zaken, Bezuidenhout 30, Den Haag.


Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (11 december 1934) ‘Commissie inzake huishoudelijke voorlichting’, Haagsche Courant, vierde blad, p. 2.
  • Anoniem (11 december 1934) ‘Huishoudelijke voorlichting in benarde tijden’, Christelijk Dagblad voor Nederland De Amsterdammer, p. 4.
  • Anoniem (11 december 1934) ‘Voorlichting van de huisvrouw’, De Tijd, Avondblad, [p. 4].
  • Anoniem (11 december 1934) ‘Voorlichting van de huisvrouw’, Nieuwe Haarlemsche Courant, Avondblad, [p. 4].
  • Anoniem (13 december 1934) ‘De Commissie inzake Huishoudelijke voorlichting’, Het Vaderland, Avondblad D, p. 2.
  • Anoniem (15 december 1934) ‘Huishoudelijke voorlichting’, Westfriesch Dagblad Onze Courant, [p. 10].