De Telegraaf/Jaargang 1/Nummer 340/Avond-editie/Het Huis Ter Haar

Uit Wikisource
Het Huis Ter Haar
Auteur(s) Anoniem
Datum Donderdag 7 december 1893
Titel Het Huis Ter Haar
Krant De Telegraaf
Jg, nr 1, 340
Editie, pg Avond-editie, [6]
Opmerkingen Étienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar vermeld als Steven van Zuylen van Nijevelt van de Haar, Hélène van Zuylen als de Rothschild als barones de Rothschild, Pierre Cuypers als P.J.H. Cuypers
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Het Huis Ter Haar.

      Niet verre van de stad Utrecht lag tot voor twee jaren de grootste bouwval, die in ons vaderland bestond, van een echt middeneeuwschen burcht, vermaard onder den naam van het Huis ter Haar, sinds onheugelijke jaren toebehoorende aan het geslacht Van Zuylen van Nijevelt. Het slot dagteekende uit de dagen der dertiende eeuw, toen de Graaf van Holland leefde in voortdurende tweespalt met den Bisschop van Utrecht en toen men nog geen buskruit kennende, elkaar bestookte met pijl en boog en blank geweer.
      Een van de afstammelingen der vroegere burchtheeren, de baron Steven van Zuylen van Nijevelt van de Haar, gehuwd met de barones de Rothschild, heeft thans den herbouw ondernomen van de aloude ruïne van zijn stamslot, en daartoe een nagenoeg onbeperkt volmacht gegeven aan den heer dr. P. J. H. Cuypers, den bouwmeester van het Rijksmuseum te Amsterdam, die een Europeesche vermaardheid heeft voor zijn kannis van de middeneeuwsche bouwvormen.
      Den 3en Juli 1893 was de herstelling van den ouden burcht reeds zoover gevorderd, dat de nationale driekleur wapperde van de nieuwe torenspitsen, en dat de zon opnieuw zich spiegelde als weleer op de blauwe daken van het slot. Op dien dan was de baron Steven van Zuylen van Nijevelt van de Haar de herstelling van den aanbouw komen bezoeken met in gezelschap van eenige genoodigden.
      De bouwmeesters, de heeren dr P. J. H. Cuypers en diens zoon hadden zalen in het nieuwe slot doen inrichten in de stoffeering der XIVe eeuw. De firma’s A. Sinkel en Focke en Meltzer hadden oude meubelen, glaswerk en stoffen geleverd. De heer Wilderbeek uit Utrecht had een rijke versiering van bloemen aangebracht, en de heer Kock, directeur van het Hôtel des Pays-Bas te Utrecht had een uitstekend déjeuner geleverd, ten einde de aanwezige gasten te restaureeren op een wijze, die strookte met de weelderige restauratie van het oude kasteel.
      Als deze bijzonderheden der voorloopige inwijding ons bekend zijn, dan is het, doordat men van dien feestdag een wonderschoon gedenkboek heeft gemaakt, dat in een beperkt aantal exemplaren is gedrukt, en dat versierd is met photographiën van de ruïne, zooals zij twee jaren geleden nog bestond, en van de tegenwoordige bijna voltooide restauratie.
      Nederland telt door den monumentalen bouw van den baron van Zuylen een fraai gedenkteeken te meer, en de liefhebbers van zeldzame boeken kunnen trachten hun verzameling te verrijken met een prachtuitgave, welke de voorloopige inwijding herdenkt, maar niet in den handel is. Gelukkig de bouwheer, welke diergelijke werken ondernemen mag, gelukkig de rijke, die op zoo nobele wijze zijn schatten besteden kan!
      Het gedenkboek, geschreven in twee talen, Hollandsch en Fransch, is gedrukt te Utrecht bij P. W. van de Weijer en gebonden door Ch. van Langenhuyzen te Amsterdam onder leiding van den architekt.