|
„Het Getij” stelt een enquête in:
Veronderstel, dat omstandigheden u eens dwongen op een onbewoond eiland verblijf te houden. Er werd u toegestaan slechts. 6 boeken mede te nemen: welke 6 boeken uit de geheele u bekende literatuur, zoowel ethisch als literaire, zoudt ge dan medenemen?
Naast opmerkelijke verzen van H. de Vries, schrijft Jos. Leonard een Vlaamschen brief, waarvan men niet veel gelooft, en besluit J. M. Hondius zijn „Mensch”. G. J. Kelk steekt in zijn critiek op „De jongere Philologen” eenige juist geplaatste banderillos in prof. Prinsen’s critische waardigheid. Overigens zijn er vertalingen naar Samain van J. Slauerhoff, een bloemlezing uit Hardenberg, eenige dadaïsmen (A. M. de Jong heeft toch een baard!), een en ander van en over Kandinsky en Theo van Doesburg houdt revue der avant-garde, e.d. Ten slotte tooneelcritiek en besprekingen.
In de „Mercure de France” van 15 December schrijft P. Olivier over „Maurice Maeterlinck et le grand secret”. Het laatste meent hij aldus te moeten formuleeren:
- „Le grand secret de l’humanité, caché avec tant de soin sous la complicité sacrée des silences ou des rites, n’est que cette ignorance sans espoir et cette négation sans bornes. Nous nous retrouvons, après tant d’efforts, au point d’où sont partis et où ont abouti, en désespoir de cause, nos grands instructeurs. Le grand secret, c’est qu’il n’y a pas de grand secret. Le seul secret, c’est que tout est secret. Et la seule divinité que nous puissions espérer de connaître, c’est au plus profond de nous, mais en nous seuls, qu’il faut la découvrir”.
Henri Mazel vergelijkt „Les Trois Tentations de Saint Antoine”, Gerolamo Lazzeri geeft een overzicht van „L’année de Dante”. Andere bijdragen zijn o.m. die van Jules de Gaultier: „La Moralité esthétique”, een novelle van R. Morot, verzen van P. Souchon, een roman van M. Genlis en de vele bekende rubrieken.
|
