Naar inhoud springen

De Telegraaf/Jaargang 42/Nummer 15697/Avondblad/E.G.F. Baron Van Zuylen van Nijevelt

Uit Wikisource
E. G. F. Baron Van Zuylen van Nijevelt †
Auteur(s) Anoniem
Datum Vrijdag 11 mei 1934
Titel E. G. F. Baron Van Zuylen van Nijevelt † Vlag halfstok op kasteel „De Haar”. Eere-voorzitter van de K.N.A.C.
Krant De Telegraaf
Jg, nr 42, 15697
Editie, pg Avondblad, Tweede Blad, 3
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

E. G. F. BARON VAN ZUYLEN VAN NIJEVELT †

Vlag halfstok op kasteel „De Haar”.

EERE-VOORZITTER VAN DE K.N.A.C.

(Van een bijzonderen correspondent)

      HAARZUILENS, 10 Mei. – Het Kasteel de Haar rouwt; de kasteelheer, die er slechts enkele maanden van het jaar vertoefde, is op zijn buiten „Il Paradiso” te Nice overleden. Een uit Nice verzonden telegram stelde den rentmeester van het kasteel, den heer H. de Greef, gistermiddag in kennis van het overlijden van den baron.

      Men wist hier, dat de baron den laatsten tijd sukkelde. „Het hart wordt minder” – hadden de doktoren verklaard, en eerst sedert kort had baron van Zuylen toestemming ontvangen van zijn dokter om van Parijs te vertrekken en zich naar zijn buiten in Nice te begeven. Uit „Il Paradiso” had de kasteelheer nog in de afgeloopen week bericht gezonden, dat de reis hem niet goed bevallen was. En toch kwam gistermiddag het bericht van zijn overlijden nog vrij onverwacht!
      Op den Donjon, den riddertoren van het kasteel, staat de vlag van Van Zuylen: drie roode zuilen op een wit frond. Het is de familievlag, welke ten teeken van rouw halfstok hangt. Het is stil in het wijde park rondom het kasteel, waarvan alle blinden en luiken nu gesloten zijn. Somber staat daar het kasteel in al de statigheid van zijn prachtvollen stijl, achter de groote gazons van het uitgestrekte park.
      Het dorp weet het reeds: de baron zal niet meer terugkeeren op zijn geliefd kasteel....
      Etienne Gustave Frédéric baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar werd op 16 October 1860 in Nice geboren. Hij behoort tot den Belgischen tak der familie, aan wien de Nederlandsche bezittingen van het geslacht overgingen, toen Anton Martijn van Zuylen van Nijevelt in 1801 kinderloos stierf. Uit het huwelijk van den baron met Hélène Louise Caroline Betty de Rothschild werden twee zoons geboren. De oudste zoon Helin Salomon Gustave Joseph Marie Ghislain werd op 1 Augustus 1888 te Parijs geboren en was gezantschapssecretaris van den Koning van België in Petersburg. Ten gevolge van een noodlottig auto-ongeluk in Rumpst (België) overleed hij, 24 jaar oud, op 12 December 1912. In Augustus 1932 werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in den grafkelder van de slotkapel. De tweede zoon, Egmont Gustave Adelin Marie Ghislain, die op 12 October 1891 te Parijs geboren werd, is eveneens gezantschapssecretaris en vertoeft thans met verlof in de Lichtstad. Uit zijn huwelijk werden aanvankelijk twee dochters geboren, doch ook in dezen familietak is de opvolging verzekerd door de vreugdevolle geboorte van een zoon: Thierry.
      In 1890 erfde baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar door den dood van zijn vader het kasteel de Haar en het is zijn groote verdienste geweest, dat hij het kasteel geheel heeft doen restaureeren en de domeinen aanzienlijk heeft uitgebreid. Reeds in 1891 besloot de baron tot de restauratie van de toenmalige ruïne. De bedoeling, welke de kasteelheer hierbij had, vinden wij aldus weergegeven: „rendre un pieux hommage à ses ancêtres, qui avaient occupé une place marquante dans l’histoire du Pays d’Utrecht avant la constitution de la Hollande moderne.” Het kasteel de Haar was slechts een ruïne met 12 H.A. grond; de landerijen rondom werden aangekocht, het oude dorp Haarzuilen, dat rondom het kasteel lag, verdween door dezen aankoop en de baron stichtte een nieuw dorp op de plaats, waar het zich nu nog bevindt. Nieuwe wegen werden aangelegd, kortom baron van Zuylen heeft van het dorp gemaakt wat het nu is: een door het kasteel wereldberoemd geworden gemeente.

Bezitting van 450 H.A.

      Rond het kasteel de Haar werd een park aangelegd, dat thans 150 H.A. meet, terwijl de geheele bezitting met boerderijen, landerijen en boomgaarden inbegrepen, 450 H.A. beslaat. De restauratie, welke 20 jaar duurde, werd ia 1912 voltooid. Sedertdien is de kapel van het slot nog van binnen gerestaureerd. Hier woonde de baron gedurende zijn verblijf op het kasteel des Zondags de godsdienstplechtigheden bij en toen zijn oudste zoon was overleden, liet de kasteelheer hier een grafkelder inrichten.
      Slechts gedurende twee maanden van het jaar, Augustus en September, bewoonde de baron het kasteel ten einde er de vacanties door te brengen. Zoo was het ten minste in de latere jaren, maar toen de restauratie nog in vollen gang was, verliet hij meermalen de ville lumière om zich van den toestand van de Haar op de hoogte te stellen. Een gansche staf van personeel kwam dan met den kasteelheer mee en de luxe koetspaarden van baron van Zuylen waren tot in verren omtrek vermaard. Ook de stad Utrecht profiteerde er van, wanneer den van Zuylens „de Haar” weer betrokken hadden. Elken dag kon men den kok met den auto naar de stad zien gaan om er de inkoopen te doen voor de bewoners van het kasteel.
      Maar vooral Haarzuilen voelt den dood van den kasteelheer als een gevoelig verlies. Reeds door de restauratie- en uitbreidingswerkzaamheden van „de Haar” werden zeer velen aan werk geholpen en ook nu nog vindt de geheele bevolking er haar bestaan in het vele werk: de bewaking, het onderhoud en de verzorging der uitgestrekte landerijen, boerderijen en aanleg en onderhoud van het slotpark en niet in ’t minst van ’t kasteel zelf, dat – zooals men weet – in de benedenverdiepingen geheel als museum is ingericht en dan ook op bepaalde dagen der week voor publieke bezichtiging toegankelijk is.
      De baron was een graag geziene gast in deze omgeving en hij leefde met de bevolking mee. Wanneer er kermis was, kon men baron van Zuylen zien deelnemen aan de volksfeesten. De kasteelheer ging de tenten in, verschafte zich zijn plaats bij het vuurwerk en draaide lustig mee in den zweefmolen van de kermis.
      Dat alles is nu voorbij: de kasteelheer komt niet meer op zijn kasteel. Wat er gaat gebeuren is ook bij het personeel van „de Haar” nog niet bekend, maar – zoo zegt men reeds – er is een opvolger! Ook omtrent de begrafenis is nog niets met zekerheid te zeggen. Het is echter altijd de wensch geweest van den baron om hier, op het domein van het kasteel, dat hij met zooveel piëteit deed restaureeren, te worden begraven. De grafkelders liggen echter in de vloeren van de slotkapel en er is momenteel nog geen ingang naar de kelders van buiten-af. Wel heeft de kasteelheer steeds de bedoeling gehad, aan de kapel een ingang te doen aanbouwen, welke toegang geven zou tot de laatste rustplaats voor hem en zijn nageslacht. Het is niet onmogelijk, dat thans hieraan uitvoering zal worden gegeven. Inmiddels wacht de rentmeester op nadere berichten omtrent de teraardebestelling uit Nice.
      Baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar, die ridder was in de Souvereine Orde van Malta, genoot algemeene bekendheid o.m. als eere-voorzitter van de K.N.A.C., en was voorts voorzitter van de Automobileclub de France.