Naar inhoud springen

De Tijd/Jaargang 72/Nummer 21404/Kunst en letteren

Uit Wikisource
Kunst en letteren
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 4 augustus 1917
Titel Kunst en letteren. De kapel van Asselt.
Krant De Tijd
Jg, nr 72, 21404
Editie, pg [Dag, 2]
Opmerkingen Pierre Cuypers vermeld als dr. Cuypers
Brontaal Nederlands
Bron kranten.delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

KUNST EN LETTEREN.

      De kapel van Asselt. — Een zeer merkwaardig bouwwerk vinden liefhebbers van oude architectuur thans in de kapel van het gehucht Asselt aan de Maas onder de gemeente Swalmon, op ongeveer vier K.M. afstand van Roermond. Merkwaardig omdat ze behoort tot de oudste steenen gebouwen van ons land, merkwaardig ook, omdat ze thans, nu ze gerestaureerd is onder de bekwame leiding van dr. Cuypers, zich vertoont als een der mooiste stukken van Romaansche architectuur.
      De kapel van Asselt os, zoo schrijft men aan het „Handelsblad”, zeer waarschijnlijk oorspronkelijk òf een Romeinsch tolhuis òf een Romeinsche legerplaats geweest, zooals er langs de Maas verschillende voorkomen (Kessel of Castellum, Blerik of Blaricum, Cuyk of Cuachum e.a.) Nadat de Romeinen deze streken weer moesten ontruimen, bleef het gebouw wel in stand, doch het werd niet dadelijk tot tempel ingericht, maar waarschijnlijk bestemd tot woonhuis van de aanzienlijkste familie uit de buurt. Althans, naar de overlevering wil, werd in ’t begin der achtste eeuw, toen de Britsche zendelingen Wiro, Plechelmus en Otgerus in het tegenwoordige Limburg het evangelie predikten, de burcht te Asselt bewoond door „een Romeinsche matrone“ met haar dochter Agnes. Toen haar moeder, die in haar heidensche opvattingen bleef volharden, gestorven was, ging Agnes tot het nieuwe geloof over, en uit dankbaarheid voor de zegeningen van het evangelie bestemde zij haar woning tot bedehuis voor allen, die tot den christelijken godsdienst toetraden.
      Het gebouw, dat in den loop der tijden dikwijls gewijzigd, veranderd, gedeeltelijk gesloopt en weer opgebouwd werd (zoo werd in de zestiende eeuw de toren, die door den invloed van ’t Maaswater was ingestort, van de Westzijde naar de Oostzijde verplaatst), was in 1915 zóó bouwvallig geworden, dat het nauwelijks meer bruikbaar mocht heeten en dr. Cuypers, wien om raad gevraagd werd, bleek gelukkig zooveel belang in het stukje oude architectuur te stellen, dat hij dadelijk pogingen deed om het tot monument verklaard te krijgen. Zijn pogingen werden met suncces bekroond, zoodat ten behoeve der vernieuwing uit ’s Rijks kas subsidie werd toegezegd, waarna de gemeente Swalmen en het provinciaal bestuur van Limburg volgden, en met het werk der restauratie in ’t voorjaar van 1916 een aanvang kon worden gemaakt.
      Bij ’t ontwerpen van zijn plannen voor die restauratie heeft dr. Cuypers zich tot taak gesteld, om zooveel mogeiijk met behoud van al het bestaande, een bruikbaar en aan de strengste eischen der Romeinsche architectuur voldoend gebouw te doen ontstan.
      Aanstaanden Zondag, 5 Augustus, zal de officieele opening van het vernieuwde gebouwtje plaats vinden. Daags daarna zal er op het feestterrein daaromheen een fancy-fair gehouden worden, waar, naar men hoopt, het, bezoek zoo druk en de kooplust zoo groot zal zijn, dat veel wat er nog noodig is voor de inwendige versiering van het kerkje, zal kunnen worden aangeschaft.
      Dat velen onder hen, die in de toekomst hun vacantie in Limburg doorbrengen, als ze den rijksweg Swalmen-Roermond volgen, de moeite mogen nemen om voor een poosje dien weg te verlaten en zich te begeven naar het op ongeveer een K.M. afstand ten Westen daarvan gelegen Asselt. Ze zullen na geest en gemoed te hebben verkwikt door het vele pretentielooze mooie, dat daar te zien is, met een gevoel van voldoening hun tocht verder voortzetten.

Overige vindplaatsen

[bewerken]
  • Anoniem (3 augustus 1917) ‘De kapel van Asselt’, Algemeen Handelsblad, Avondblad, p. 2.