De Tijd/Nummer 11834/Kerknieuws

Uit Wikisource
Kerknieuws
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 21 juni 1886
Titel Kerknieuws
Krant De Tijd
Editie, pg [Dag], [6]
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein

KERKNIEUWS.

      Z. D. Hoogw. de bisschop van Haarlem zal Dinsdag 22 Juni as. afwezig zijn.

      Roermond, 16 Juni. De laatste week van het eeuwfeest, ter eere van de HH. Wiro, Plechelmus en Odgerus, te St, Odiliënberg. was niet de minste in uitingen van vurige vereering jegens Nederlands Apostelen. Niet alleen kwamen uit het noorden van ons Vaderland, uit Noord-Holland, zelfs uit Friesland, priesters, om op het confessie-altaar het H. Misoffer op te dragen, ook talrijke bedevaargangers van heinde en verre omringden wederom dagelijks de verheerlijkte grafstede. Dinsdag waren het de eerw. Liefdezusters met de weeskinderen uit Roermond, die haar lof- en dankliederen daarbij deden weergalmen. Tegen half tien kondigde het klokje van St. Odiliënberg de aankomst eener talrijke bedevaart uit Stamproy aan. Reeds te twee uren in den nacht waren die vrome pelgrims opgestaan, om, onder de leiding van hun ijvervollen herder, den verren pelgrimstocht te ondermen en God te komen danken voor de kostbare gave des waren geloofs, op de plek, waar vóór 12 eeuwen het kruis geplant werd, dat ons nog altijd het heil brengt. Als blijvende getuigenis van hun dankbaarheid offerden zij bij het graf een prachtig versierde kaars. In den namiddag bestegen, onder het zingen van de Litanie van de Koningin aller Heiligen, de studenten van het bisschoppelijk college van Roermond, begeleid door den zeereerw. heer directeur en meerdere heeren professoren, den berg, waarop de H. diaken Odgerus, in zijn jeugd het toonbeeld der studenten, met de HH. Wiro en Plechelmus leefde en zalig stierf. Na een plechtig Lof, waarbij, evenals des morgens bij de Hoogmis, een passende toespraak gehouden werd en de reliquieën der Heiligen vereerd werden, gezongen te hebben, voerden zij ten slotte verscheiden schoone lofzangen uit.
      Het treffendst was echter de bedevaart van het Missiehuis te Steyl. De zeereerw. heer rector had gewild, dat de toekomstige missionarissen, door hem gevormd en tot het groote werk der missiën onder de heidenen voorbereid, hun zielenijver zouden komen ontsteken bij het graf der missionarissen, die aan onze voorouders het geloof gebracht en van Limburg een christelijk en beschaafd land gemaakt hebben. Niet zonder levendige aandoening kon men de talrijke priesters aanschouwen, die weldra in het verre China de blijde boodschap gaan brengen, alsmede die vrome en stichtende jongelingen, die reeds in hun jeugdige jaren het manhaftig besluit hebben genomen om, evenals in vroegere eeuwen Wiro, Plechelmus en Odgerus uit liefde tot onze voorouders deden, op hun beurt vader en moeder, vrienden en Vaderland te verlaten en het licht te brengen aan degenen, die nog in de schaduwen des doods zijn gezeten. Waren er wellicht onder die uitgelezen schaar niet eenigen, die vroeg of laat de kroon der martelaren zullen waardig worden? Onder de plechtige Hoogmis, door den zeereerw. heer prefect op het grafaltaar gevierd, hield een der eerw. missionarissen een eenvoudige en zeer treffende rede, waarin hij de apostolische loopbaan onzer Heiligen schetste, daarbij herinnerde dat hun missiehuis gesticht is op den grond, door het zweet onzer drie Apostelen bevochtigd en voor het Rijk Gods vruchtbaar gemaakt, en ten slotte de apostolische loopbaan zijner toehoorders en de heidenen van China aan de machtige voorspraak onzer heilige missionarissen aanbeval. Gedurende de H. Mis waren de pelgrims neergeknield om de verheerlijkte grafstede en zongen daar de Mis, welke, evenals later verschillende lofzangen, uitgevoerd werd met een volmaaktheid, die onovertrefbaar mag heeten, en met een uitdrukking, welke diep in de ziel doordrong. Moet het gezegd worden, dat het geheele schouwspel en de innige godsvrucht, welke al deze oefeningen bezielde, in de oogen van hen die het geluk hadden ervan getuigen te zijn, overvloedige tranen deden opkomen?

(M.- en Roerb.)