Naar inhoud springen

De Tijd/Nummer 14250/Land en zeemacht

Uit Wikisource
Land en zeemacht
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 16 juni 1894
Titel Land en zeemacht
Krant De Tijd
Jg, nr ?, 14250
Editie, pg [Dag], [3]
Opmerkingen Emmanuel Corbey vermeld als J.M.A.E. Corbey
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

LAND EN ZEEMACHT.

      Bij kon. besluit is: 1o. aan na te melden auditeur en officieren bij dienstdoende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend: a. bij die te Dordrecht, aan dr W. F. Jong, als officier van gezondheid 2e klasse; bij die te Utrecht, aan F.E.G. Selle, als kapitein, met vergunning om de uniform der schutterij met de onderscheidingsteeken aan zijn rang verbonden, te blijven dragen; bij die te Zeist, aan jhr mr M. I. Pauw van Wieldreeht, als kapitein-commandant; bij die te Franeker, aan B. Boekhoudt, als auditeur bij den schuttersraad; b. wegens verandering van woonplaats: bij die te Amsterdam, aan J. E. Van der Pek, als 2e-luitenant; bij die te Utrecht, aan J. E. M. K. Wildeman, als 1e-luitenand; bij die te Wildervank, aan T. Wolthuis als 2e-luit. c. onder gehoudenheid dat zij de op hen uit kracht der wet nog rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij volbrengen: bij die te Rotterdam, aan J. M. De Jongh, als kapitein; bij die te Dordrecht, aan F. C. Van Brakel, als 2e luitenant; 2o aan P. Pieters Wzn, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als 1e-luitenant-adjudant à la suite bij de dienstdoende schutterij te ’s-Gravenhage, en is hij benoemd tot 1e-luitenant bij die schutterij, met bepaling dat hij als zoodanig rang zal nemen vóór de daarbij thans aanwezige 1e-luitenants; 3o. het koninklijk besluit, waarbij aan J. J. Van Duyn, te Assen, als kapelmeester van het muziekkorps der dienstdoende schutterij aldaar, de personeele rang van 2e-luitenant is verleend, op diens verzoek, voor zooveel hem betreft, buiten werking gesteld.
      Voorts zijn bij de dienstdoende schutterijen benoemd: bij die te Rotterdam, tot 1e-luitenant C. De Ruyter, A. E. F. Muntz en J. Van Hoboken Azn., allen thans 2e-luitenant; bij die te ’s-Gravenhage, tot kapitein P. A. Nierstrasz, thans 1e-luitenant, met bepaling dat hij rang zal nemen tusschen de kapiteins M. T. Van Lith en M. M. Couvée Jr.; tot 1e-luitenant W. F. H. A. Van Pelt, thans 2e-luitenant; bij die te Haarlem, tot 2e-luitenant à la suite E. H. Krelage; bij die te Kampen, tot 2e-luitenant F. H. Van der Mijle, thans schutter; bij die te Wildervank, tot 2e-luitenant D. H. Teljer, thans schutter; bij die te Roermond, tot 2e-luitenant J. M. A. E. Corbey, thans 2e-luitenant à la suite; tot 2e-luitenant à la suite J. M. H. Berger, thans korporaal, en jhr mr G. A. H. Michiels van Kessenich, thans schutter.

Overige vindplaatsen

[bewerken]
  • Anoniem (15 juni 1894) ‘Wetten, benoemingen, besluiten, enz.’, Nederlandsche Staats-Courant, [p. 1].
  • Anoniem (16 juni 1894) ‘Officieele Berichten’, Venloosch Weekblad, jrg. 32, nr. 24, Eerste Blad, [p. 1].
  • Anoniem (16 juli 1894) ‘Officieele Berichten uit Nederland’, De Locomotief, tweede blad, [p. 1].