De Tijd/Nummer 14507/Voordracht over Oud-Holland

Uit Wikisource
Voordracht over Oud-Holland
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 22 april 1895
Titel Voordracht over Oud-Holland
Krant De Tijd
Jg, nr ?, 14507
Editie, pg [Dag], Tweede Blad, [3]
Opmerkingen Willem Kromhout vermeld als W. Kromhout Czn., Abraham Nicolaas Godefroy als Godefroy, Jan van der Heyden als v.d. Heijde, Johan van Oldenbarnevelt als Oldenbarneveldt, Hendrick de Keyser als Hendrik De Keizer, Pierre Cuypers als de architect van het Huis ter Haar, Pieter Saenredam als Saenredam, Herman Gerard Jansen als Jansen
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Voordracht over Oud-Holland.

      In een vergadering, welke Woensdagavond in het American Hotel gehouden werd, uitgeschreven door de vereeniging Architectura et Amicitia, sprak de heer W. Kromhout Czn., architect van de tentoonstelling, over Oud-Holland.
      Na eenige huishoudelijke besprekingen noodigde de inleider de aanwezigen uit, hem in gedachten te volgen, om, door de Nijmeesche poort gaande een bezoek aan Oud-Holland te brengen. Spr herinnerde er aan, dat in de maand November 1894, toen hij aan de tentoonstelling verbonden werd, reeds een schema was opgemaakt. Zeer juist had men het ingezien, dat een gracht een typischen aanblik zou geven, terwijl een markt ook noodzakelijk was in dan geest als op de antwerpsche tentoonstelling, waar gelegenheid zal bestaan voor het organiseeren van feesten. Een hofje maakte het plan volledig.
      Welke huizen moest men kiezen? Niet alleen huizen, die de architecten mooi vinden en de nationale geschiedenis der bouwkunst weergeven, maar men moest ook rekening houden met die talrijke huisjes, welke de rangschikking en groepeering zoo aardig maken. Verder dient gelet te worden op het Rijks Museum, dat zich in de nabijheid van het terrein bevindt, alsmede op de eischen der huurders,
      De huizen dateeren uit de 15e, 16e en 17e eeuw en zijn aan afbeeldingen uit verschillende museums en verzamelingen ontleend.
      Van de houten huizen, die men vooral in de 15e en de 16e eeuw veel aantrof, heeft men in Oud-Holland eenige geplaatst. Na den brand In 1452 te Amrterdam kwam een verordening dat men alleen met steen en pannen mocht bouwen. De houten huisjes leenen zich uitstekend om aan Oud-Holland een aangenaam oog te geven.
      Daarna ging spreker de verschillende gebouwen van Oud-Holland één voor één na, in de eerste plaats de kerkpoort te Nijmegen, die gedeeltelijk in renaissancestijl, gedeeltelijk in gothischen stijl is opgetrokken. Daarna komen: een huis uit Zaltbommel uit de 15e eeuw; een dubbel pand, gestaan hebbende op het Rokin te Amsterdam; de poort te Enkhuizen met de leeuwengroep; een huisje uit Oudewater; een combinatie van een topgevel uit Kampen en een schets uit het Prentenkabinet; een govoltje uit Alkmaar, waarvan eenige verdiepingen zijn afgenomen; een combinatie van de verzameling van den heer Godofroy met bovenbouw en linker topgevel; het poortje op den Vijgendam te Amsterdam; de poort, die naar het Binnenhof te ’s Gravenhage leidt: twee huisjes naar modellen uit het brandspuitenboek van v. d. Heijde; een huisje uit de Bloedstraat te Amsterdam; de waard te Enkhuizen uit de 16e eeuw met eenige heraldische leeuwen, die groote waarde hebben; het huis te Koedijk, dat naar men zegt bestemd was voor Oldenbarneveldt, en zich uitstekend als hoekhuis leent; vischhallen (op het Binnenhof); de huisjes op den Vijgendam, welke er vroeger in werkelijkheid gestaan hebben. Tot het marktplein komende, worden genoemd: modellen uit de verzameling van den heer Godefroy, o. a. een gevel op den Nieuwendijk bij den Dam, met nissen en bogen; de meelhal op de Nieuwmarkt, gebouwd in 1615, geordonneerd door Hendrik De Keizer (later werd de hal tot drukkerij ingericht, en nog later tot herberg; voor 20 jaar is het gebouw afgebroken); de Amsterdamsche Poort te Haarlem, welbekend. Aan de zijde van de Ruysdaelkade staan phantasie huizen: een huis naar het model van de woning van Maarten van Rossum, vereenigd met andere gebouwen; een houten huis, dat in de Kalverstraat gestaan heeft, hoek Kapelsteeg; de poort te Heemstede, waarvan afgietsels te vindon zijn in het Museum voor Kunstnijverheid te Haarlem (de architectuur komt overeen met die van de vleeschhal te Haarlem); een huis te Haarlem met houten topgevel; de spinpoort te Dordrecht; een huisje uit Veem; een houten huisje te Middelburg, dat nog bestaat. De gebouwen en gebouwtjes zijn afgewisseld door phantasie huizen. De architect van het Huis ter Haar heeft de beleefdheid gehad, eenige reusachtige deuren, die voor het kasteel dienst zullen doen, af te staan; zij zullen ook op Oud-Holladd te vinden zijn,
      Na de pauze kwam de inleider tot het oude Stadhuis te Amsterdam. Er bestonden verschillende gravures van het Stadhuis, zoodat het zeer bezwaarlijk was, een goed geheel te maken. Op het Stadhuis is nog een schilderij van Saenredam, waarop met zeer veel zorg de vierschaar, de torens enz. weergegeven zijn. Van deze afbeelding heeft men vooral veel voordeel kunnen trekken. De balustrade is weggelaten, daar deze ook niet op de platen voorkomt, ofschoon de plaats is aangegeven. De vroede vaderen besloten indertijd de balustrade te verwijderen. Het gebouw is het oudste Stadhuis te Amsterdam; Ter Gouw heeft een en ander erover geschreven. De plaats waar dit Stadhuis gestaan heeft, is niet bekend. Het St Elisabethgasthuis is aan het Stadhuis verbonden, en ook op Oud-Holland te vinden. Spreker deelde tal van bijzonderheden omtrent het Stadhuis mede.
      Daarna volgen nog: de herberg De Prins op den Dam, waarvan men zegt dat prins Willem I daar dikwijls vertoefde, als hij Amsterdam bezocht; het Vondelhuis, dat òf in de Warmoesstraat òf op den Achterburgwal gestaan heeft; huizen uit Eukhuizen, Utrecht enz.
      De uithangborden van Oud-Holland zijn zeer eenvoudig en niet, zooals men veelal denkt erg sierlijk. De opschriften zijn dikwijls zeer komisch, en het is meestal alleen om het rijm te doen, als:

            Wat is onbekwamer
            Dan een timmerman zonder hamer?

            Drink ik, zoo bederf ik.
            Drink ik niet, zoo sterf ik.
            Beter gedronken en bedorven
            Dan niet gedronken en gestorven.

Hier maakt men hoeden om de hersens in te sluiten,
Opdat het los verstand daar niet mag vliegen buiten.

Rachel beschreide haar kintje,
Hier verkoopt men melk bij t pintje.

enz.
      Oud-Holland zal verder opgesierd worden met lantaarnpalen en boomen.
      De kunstbeschouwing, opgeluisterd door een groot getal teekeningen en platen, was hiermede ten einde.
      Daarna leverde dr v. d. Heijden, uit Yokohama, tijdelijk alhier verblijf houdende, een zeer belangrijke bijdrage over den bouw van de tegenwoordige woonhuizen uit hygiënisch oogpunt.
      De voorzitter bracht ten slotte een woord van dank aan dr v. d. Heyden voor zijnr belangrijke bijdrage, en noodigde de leden, uit hunne gedachten over het vraagstuk te laten gaan.
      De heer Jansen dankte den heer Kromhout nog voor zijn bomoeiingen in zake Oud-Holland, welk onderdeel van de tentoonstelling genoemd mag worden. Spreker wenschte den heer K. geluk met zijn succes.
      Daarna werd de vergadering gesloten.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (18 april 1895) ‘Oud-Holland’, Algemeen Handelsblad, Ochtendblad, [p. 2].