De Tijd/Nummer 15789/Oudheidkundige Bond

Uit Wikisource
Oudheidkundige Bond
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 18 juli 1899
Titel Oudheidkundige Bond
Krant De Tijd
Jg, nr ?, 15789
Editie, pg [Dag, 2]
Opmerkingen Barthold van Riemsdijk vermeld als B.W.F. Van Riemsdijk, Jacob Cornelis Overvoorde als Van Overvoorde, Pierre Cuypers als Cuypers
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

KUNST EN LETTEREN.

Oudheidkundige Bond.

      Zaterdag jl. werd te Utrecht de algemeene vergadering gehouden van den „Ned. Oudheidkundigen Bond”, onder presidium van den heer jhr B. W. F. Van Riemsdijk.
      Deze opende de eerste vergadering met een hartelijk welkom aan de aanwezigen. Met een enkel woord wekte spr. op, om krachtig saam te werken tot het behoud van onze oude nederlandsche kunstschatten, van welken aard ook.
      Ean poging daartoe is reeds gedaan door het bekend adres aan den minister van Binnenl. Zaken. Het bestuur verwacht veel van zijn correspondenten en van de medewerking aan het orgaan, het bulletin van den Oudheidkundigen Bond.
      Een wcord van dank werd gebracht aan de vereeniging „Oud Dordt”, die het initiatief tot de oprichting nam, en in ’t bijzonder aan den ijverigen secretaris, den heer Van Overvoorde. De notulen der constitueerende vergadering werden gelezen en vastgesteld.
      Uit het 1e jaarverslag, loopende over een voorbereidend tijdperk van 6 maanden, blijkt dat 15 October 1898 de eerste vergadering gehouden werd.
      Het bestuur bestaat de heeren mr J. F. Feith, T. Muller Fzn, mr J. F. Van Overvoorde, jhr Van Riemsdijk en jhr S. J. J. M. Van Rijckevorssel. Aan de uitnoodiging tot toetreding gaven 18 vereenigingen en 9 personen en een 35tal correspondenten gehoor. De uitgaven bedroegen f85.l6½, waartegenover nog geen inkomsten staan.
      Nadat den secretaris dank was gebracht voor zijn verslag werd aan den heer Cuypers, bouwmeester van het „Huis ter Haar”, het woord gegeven, ten einde eenige mededeelingen te doen over den herbouw, waaraan spreker een paar beschouwingen vastknoopte over de verhouding tusschen den Oudheidkundigen Bond en den herbouw van het „Huis ter Haar”, waarbij teekeningen en plannen het ges[pr]o[ken]e verduidelijkten.
      Een bezoek aan dat gebouw in een 80tal rijtuigen stond op het programma, en had plaats na het dejeuner.
      Als plaats der volgends algomeone vergadering werd de keus gelaten tusschen Dordrecht, Nijmegen en Maastricht.