Naar inhoud springen

De Tijd/Nummer 17943/Jan Stuyt

Uit Wikisource
Jan Stuyt
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 3 september 1906
Titel Jan Stuyt
Krant De Tijd
Jg, nr ?, 17943
Editie, pg [Dag, 6]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

KUNST EN LETTEREN.

Jan Stuyt.

      In „De Amsterdammer” komt bij een portret van den architect Jan Stuyt, door Jan Bleys geteekend, en bij eenige afbeeldingen van Stuyts bouwwerken een bijschrift voor, waaraan wij het volgende ontleenen:
      In zijn geboorteplaats Purmerend is Jan Stuyt begonnen, op het bureau van den architect H. P. van den Aardweg. In 1883 kwam hij te Amsterdam, om daar op het groot en druk bureau van den bouwmeester A. C. Bleijs zijn ontwikkeling als bouwkundige voort te zetten. Afwisselend op het bureau en op de werken, zoo in Amsterdam als de provincie, was hij daar acht jaren werkzaam. Vandaar overgegaan naar het bureau van dr Cuypers, werkte hij mede aan de restauratie-teekeningen van het Huis ter Haar, – was opzichter bij den kerkbouw te Enschedé, tot hem in 1895 als hoofdopzichter de leiding toevertrouwd werd voor den bouw van het koorgedeelte der nieuwe St-Bavo te Haarlem.
      Bij de voltooiing dezer bouwwerken vestigde hij zich te Haarlem en, na daar, een jaar de praktijk te hebben uitgeoefend met eenige villa’s, gestichten en ook reeds eene kerk, kwam in 1899 de combinatie Cuypers en Stuyt tot stand. Van toen af werden vele gebouwen in samenwerking ontworpen en uitgevoerd: een groot aantal kerken, scholen en gestichten, doch niet minder villa’s en buitenhuizen enz.
      Van de eerste categorie noemen wij de kerken te Sloten (N. H), Oegstgeest, Ginniken, Zoeterwoude, Hamont (België), Breda, Haarlem, Den Bosch, Grevenbicht. – Scholen en Gestichten te Utrecht, Nieuwkoop, Rijndijk, Apeldoorn, Didam, Kopenhagen, enz. – (Van de talrijke villa’s in en om Haarlem, Bussum, Hilversum en in Brabant en Gelderland worden in genoemd weekblad eenige specimina gegeven. Ook eene afbeelding van het huis in de Hoogstraat te Amsterdammet den bekenden Oud-Holandschen gevel.)