Bij het adres van een groep Nederlandsche Kunstenaren, P. Alma c.s., 10 Nov. 1919 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gestuurd, betreffende vrije doorlating van internationale poststukken inzake kunst, is de volgende toelichting gevoegd:
Onderteekenaren van bovenvermeld adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nemen de vrijheid Uwe aandacht te vragen voor het volgende:
Zij verzoeken Uwe Kamer het niet te beschouwen als een geringschatting van Uw inzicht in de algemeene belangen des volks, als zij er op wijzeen, dat de Kunst is een in zich zelf gerechtvaardigd element van beschaving en algemeene volksontwikkeling. Kunst is door de beheersching van den menschelijken geest naar het systeem dat elk schoonheidsdoel aan dien geest oplegt in meerdere mate dan welke menschelijke bezigheid ook van bevorderlijken invloed op de algemeene verheffing van het menschelijk geslacht. Daarom is voor hare beoefenaren in de allereerste plaats vrijheid van beweging noodig, opdat de werking van hun uitbeeldend vermogen door niets worde beperkt en zij voor hunne ontwikkeling kunnen kennis nemen van al wat daartoe dienstig is.
Zeer zeker behoort tot dit element van verbreeding van hun gezichtskring de wetenschap van wat door de kunstenaren van anderen volkeren wordt gedacht en gedaan.
Ten bewijze, dat in dezen ernstigen tijd waarin vlugger dan vroeger onder invloed van de wereldschokkende gebeurtenissen der laatste jaren, denkbeelden in de internationale kunstwereld naar voren komen, sluiten wij hier als bijlage in een uittreksel uit het Maart-nummer van dit jaar van het Maandblad „Das Kunstblatt” (Maandblad gewijd aan de moderne kunst, Redactie Paul Wertheim, Berlijn).
Pogingen, ook van Nederlandsche kunstenaren om naar aanleiding van het daarin voorkomende, van ernstige kunstzinnige belangstelling getuigende, program van het Russische Volkscommissariaat voor Volksverllchting met de ontwerpers daarvan per correspondentie van gedachten te wisselen zijn door de verschillende regeeringen verhinderd.
Daardoor zijn ook hinderpalen in den weg gelegd aan de voorbereiding van een plan tot bijeenkomst van kunstenaren in internationaal congres, welk plan is uitgegaan van het Russische Volkscommissariaat voor Volksvoorlichting.
Aangezien een beoordeeling van het wezen van Kunst staat boven elk momenteel sociaal en ethisch inzicht, kan er geen bedenking zijn in het belang van welk volk ook die der kunst bij hare beoefening en uitoefening hinderpalen in den weg mag stellen.
Daarom verzoeken onderteekenaren Uwe Kamer met ernstigen drang te wilen voldoen aan het in hun adres gedane verzoek.
Hieronder volgt de naamlijst der personen voor en namens welke de onderteekenaren van het adres P. Alma handelen: Gerard Arbous, tooneelspeler; Jan Boon, kunstschilder; Fritz Bouwmeester, tooneelspeler; Frans Coenen, letterkundige; Theo van Doesburg, kunstschilder; N. Eekman, kunstschilder; Sam Goudsmit, letterkundige; Maurits de Groot, kunstschilder; Herman Heyermans, letterkundige; V. Huszar, kunstschilder; Antony Kok, letterkundige; Ir. J. B. van Loghem, architect; Dirk Nijland, kunstschilder; Caspar Niehaus, kunstschilder, Is. Querido, letterkundige; G. Rietveld, meubelontwerper; Wim. Schumacher, kunstschilder; Ralph. Springer, letterkundige; J. F. Staal, architect; W. J. Steenhoff, kunstschilder; Charley Toorop, kunstschilder; Matthijs Vermeulen, componist; Jan Wils, architect; H. Th. Wijdeveld, architect; Jan Wittenberg, kunstschilder.
|