De Volks-Missionaris/Jaargang 34/Onze plannen voor den volgenden jaargang

Uit Wikisource
‘Onze plannen voor den volgenden jaargang’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Volks-Missionaris, jrg. 34 (1912), p. 381-382. Publiek domein.
[ 381 ]

Onze plannen voor den volgenden jaargang.

Begrijpelijk is de vraag, ons door verscheidene onzer Lezers gesteld: „Wat zal de volgende jaargang ons leveren?

Een kort antwoord:

Wij zullen voortgaan, Lezers, U te onderhouden over het echt-Katholiek leven in zijne verschillende uitingen, U nieuws mede te deelen van onze missiën in den vreemde, van de hulp door onze Heiligen verleend, U door boeiende verhalen tot het goede aan te sporen, U ook kleine trekken, pittige gezegden te doen nemen en lezen. Wij zullen ook voortgaan U te spreken over actueele onderwerpen op ander gebied, voor zoover die met onzen godsdienst in verband staan.

Laten we hierbij een kleine opmerking voegen: eene Overste van Zusters heeft ons gevraagd — en zij verzekerde, dat ook eenige andere het met haar eens waren — „waartoe toch in „De Volksmissionaris” al dat geschrijf over slechte kranten, over de opvoeding van zuigelingen, enz?” Ja, van eene vernamen wij, dat die artikelen zelfs onder de rubriek: verboden lectuur, waren gezet.

„Maar, Moeder,” zouden we willen antwoorden, „ga eens na: onder wie werken uwe Zusters op de scholen, in de hospitalen, in de woningen der zieken? Zou niet U zelve, en met U menige bedaagde en ernstige Zuster in Brabant en Limburg, waar de kindersterfte zoo groot is, en ook elders, een weldaad bewijzen aan vele moeders en kindertjes, wanneer gij met voorzichtigheid en takt de moeders van hun heilige taak der kinder­voeding op de hoogte bracht? En als bij sommige uwer Roomsche verpleegden „De Nieuwe Rotterdamsche Courant”, „De Telegraaf” en dergelijke slechte kranten door de post aan het ziekbed worden gebracht, — zou het dan niet allernuttigst zijn, indien U en uwe Zusters een woord van pas daar­tegen wist te spreken? Verder, hoeveel menschen uit alle klassen moet U niet dikwijls te woord staan, bij wie eene vriendelijke waarschuwing uit uwen mond heel wat kwaad zou beletten! Zoudt U zelfs niet een heer­lijk apostolaat kunnen uitoefenen, door aan zulke abonné’s op verkeerde bladen, met takt en wijsheid de artikelen uit „De Volksmissionaris” ter lezing aan te bevelen? Geloof me, de tijden zijn tegenwoordig zóó brutaal slecht, en ook de volksklasse wordt door socialisten en andere verkeerden zoo sterk bewerkt, dat, wie degelijk goed wil doen onder de menschen, ook eenigszins op de hoogte moet zijn van de sociale nooden en de drei­gende gevaren.”

[ 382 ]Nu dan, juist om U en vele anderen op de hoogte te brengen, hebben wij die artikelen geschreven.

Tot zoover over het oude.

Maar wij kunnen ook nog iets nieuws aankondigen.

Het heeft reeds meer dan dertig jaren in de traditie van „De Volks­missionaris” gelegen, zijn Lezers te onderhouden over de glorie der Katho­lieke Kerk in Nederland, de mirakelen van het H. Sacrament en het H. Kruis, de vereering onzer lieve Moeder Maria, de levens onzer Heiligen. Dat hebben wij gedaan door het woord, — thans gaan wij het doen door het beeld. In den volgenden jaargang beginnen wij daarmede, en zullen acht heerlijke voorstellingen geven uit het leven der H. Lidwina van Schie­dam; zij zijn gemaakt naar de muurschilderingen van Dunselman. Een kort bijschrift zal telkens de plaat verklaren.

Ook voor andere kunstplaten zullen wij onbekrompen blijven zorgen, ongekleurde en gekleurde, waaronder, gelijk we reeds aankondigden, het portret van Zijne Eminentie Kardinaal Van Rossum in veelkleurendruk.

Wijl echter dit portret, hetwelk het formaat zal hebben van „De Volksmissionaris”, aan velen te klein schijnt, om in een lijst gezet en in salon of huiskamer tot sieraad opgehangen te worden, kunnen onze inteekenaren aan De Administratie van De Volksmissionaris, Kapel in ’t Zand, Roermond een grooter portret bestellen voor den prijs van één gulden. Gaarne zouden we uit de katholieke huisgezinnen sommige al te wereldsche platen verwijderen en daarin echt katholieke schilderijen binnenvoeren. Daar­toe kan dit groote portret van Z. E. Kard. van Rossum, den roem der katholieke Kerk in Nederland, uitstekend dienen: het is bijzonder goed gelijkend en munt uit door artistieke schoonheid.

Daarenboven zullen wij, evenals de drie vorige jaargangen, aan alle inteekenaren van den 35sten jaargang een prachtigen St.-Gerarduskalender gratis en franco aanbieden. Het schild, dat in grootte en schoonheid al de vorige nog overtreft, een aantrekkelijk stukje van den kunstschilder Albin Windhausen, stelt deze episode voor: Als kleine knaap hield Gerardus nu en dan in den tuin der familie De Cillis te Muro godsdienstige optochten met zijne makkers. Op zekeren dag droeg Gerardus daarbij een houten kruis, hechtte dit ten slotte aan een boom en knielde er biddend bij neder. En eensklaps begon dat kruis in gouden glans te stralen, een teeken van de bijzondere liefde, welke de goddelijke Gekruiste toen reeds zijn jeugdigen navolger toedroeg.

Ziedaar Lezers, wat wij, met Gods hulp, zullen doen.

Mogen we nu van U een dienst verzoeken?

Ieder uwer begrijpt, dat onze groote uitgaven voor platen en Sint-Gerarduskalender, plus het maandschrift zelf, slechts kunnen gedaan worden, indien wij een grooten lezerskring blijven behouden.

Welnu, steunt ons daarbij: blijft zelven inteekenaren van „De Volks­missionaris”, en doet ook uw best eenige nieuwe inteekenaren aan te winnen. Ge doet daaraan een veelzijdig goed werk.