Naar inhoud springen

De Volksvriend/Jaargang 26/Nummer 34/Heksenprocessen

Uit Wikisource
Heksenprocessen [15]
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 23 augustus 1884
Titel Heksenprocessen
Tijdschrift De Volksvriend
Jg, nr, pg 26, 34, [2]
Brontaal Nederlands
Bron roermond.x-cago.com
Auteursrecht Publiek domein

Heksenprocessen.

De Mensch in een verbazend
samenstel van tegenstrijdigheden.
R. Feith.

      Te eeniger tijd zullen wij onzen lezers nog eenige schotels uit deze keuken toedienen, daar nog eene groote hoeveelheid stof te verwerken valt.
      Wij zullen dan behandelen de geschiedenis der heksenprocessen in de verschillende rijken van Europa en meer in het bijzonder die in de Nederlanden.
      Aangaande Limburg neem ik reeds een belangrijk stukje over uit het werk van een rechtsgeleerde dat omstreeks 1825 het licht zag.
      »Het gedeelte van Gelderland en Limburg, hetwelk onder beheer van den Hertog van Cleve en Gulik, en later van den Koning van Pruisen is geraakt, hebben wij niet tot Duitschland kunnen brengen, en vermeenen derhalve het gebeurde in die streken liever bij de zuidelijke Nederlanden te mogen vermelden.
      »In den jare 1613 heeft volgens het protocol van Roermond, aldaar en in de omstreken eene vervolging van beschuldigden wegens tooverij plaats gevonden, waarvan ons elders geene wedergade voorkwam, zoomin ten opzigte der gruwelen, welke door tooveressen zouden zijn veroorzaakt, als van de wreedheid der straffen tegen de beschuldigden.
      »Volgens die protocollen zouden er over de duizend menschen door de toovenaars zijn omgebracht, zoo oude lieden als kinderen, alsmede zes duizend beesten: verder zouden er geheele streken koren en weiland, en zeer vele boomgaarden en bosschen vernield zijn. Vier en zestig toovenaars zijn vervolgens, en wel op elken dag twee, van den 24 van Herfstmaand 1613 af, tot in Slagtmaand, gehangen en verbrand.
      »Deze vervolging begon te Roermond met een los gezegde van een kind, waardoor eene vrouw in verdenking van tooverij geraakte; zij eindigde met vele huisgezinnen aldaar en in de omgelegene plaatsen, Slralen, Ool, Wassenberg, Swalmen en Herringen (?) in ellende te dompelen. De voornaamste der veroordeelden was eene vroedvrouw, Entjen Gilles, die gedurende drie en dertig jaren de tooverij zoude beoefend hebben, en de Prinses der tooverheksen werd genoemd. Een chirurgijn, Meester Jan, was haar medestander, en heette de Vaandrager der tooveraars; beiden werden na gruwelijke folteringen levend verbrand. Ik herhaal het, dat ik onder de Heksenprocessen, door mij gezien, behalve die te Wurzburg, Bamberg en Mora, niet één gevonden heb, waarin van meer gruwelen en zulk eene verschrikkelijke koelbloedige wreedheid in het straffen gewaagd wordt; en dit protocol eindigt met de bede: »dat alle Magistraten en Overheden der Justitie het voorbeeld van die van Roermond mogten volgen.”
      »Het bleek mij verder voldoende, dat in gemeld Overkwartier de ellende nog veel langer voortduurde; ja, dat zelfs nog om het midden der laatste, de achttiende eeuw, te of in de nabijheid van de stad Gelder een doodvonnis wegens tooverij is ten uitvoer gelegd.”
      Tot zoover de schrijver. O! kon de goede man nog eens een kijkje komen nemen in dit Walhalla van ultramontanisme, in het hart der zonen van den zwarten mantel! Vreemd toch dat deze lui zwart dragen, de kleur der duisternis, de tegenstelling van al wat onschuld of liefde ademt.
      De natuurkundige definitie van het zwart leek mij steeds, zij doet nadenken: zwart absorbeert alle lichtstralen, het geeft er geene terug. Waarachtig, het is zoo! Wilt ge bewijzen?
      In het jaar 1884 (geen drukfout, maar werkelijk achttien honderd vier en tachtig) werd mij door eene vrome ziel verteld dat zekere vrouw Bo..en een jaar of acht geleden van hare moeder het heksen leerde.
      Een geïsoleerd geval? Wel neen! Hier een ander Vrouw B....mulder die reeds vroeger haar eigen zuster behekste, die overleed) toonde onlangs hare kunst weer.
      Het kind van J....ssen overleed begin December 1883 en genoemde vrouw kreeg er de schuld van. In de kussens vond men nl. de veeren tot een krans verbonden.
      De Paters missionarissen, tusschen twee haakjes: dezeh eeren dragen ook eene kleeding die nog zwarter dan zwart is. de Paters missionarissen werden geroepen als duivelbanners, en wat deden de vrome lui. Zij verhaalden dat men aan hekserij niet mocht gelooven, maar... gij kent de historie van de aap en de mouw)... zij zouden bidden en schreven dagelijksche gebeden en belezingen voor.
      Hoe algemeen het geloof aan onzin..... alias wonderen, in deze streken is, blijkt uit duizenden zaken. Hebt ge kiespijn? erg? ja, maar geen roos! het moet echte, ouderwetsche kiespijn zijn? Dat is heel en al niets meer tegenwoordig; in een oogwenk ben je ze kwijt. Tandartsen?...... larie! Men ga naar.... zekeren steenbakker te Roermond. Die legt zijn vinger in uw mond, prevelt het een en ander, en weg is de pijn. C’est simple comme bonjour! Hebt ge wratten?..... strijkt er met een draadje langs, begraaf dit bij maneschijn en uwe wrat is weg als het draadje verrot is. Gij kunt ze ook verdrijven door ze aan een lijk aan te strijken.
      Hebt ge brandwonden, ga naar de jodin C...lle, ze blaast u alle pijn in eens weg;... o neen! het mensch is dood! Vreemd dat zoo’n wonderdoeners hun eigen einde niet verschuiven kunnen.
      Hebt ge een gebrekkigen arm of been, koop een arm van was op St. Bernardusdag en offer dat in de Munsterkerk te Roermond of nog beter in Kevelaer.
      Wilt gij uw vee tegen ziekten behoeden, strooi dan in uw stal eenige korreltjes gezegend zand dat gij in de kerk van St. Gerlacus, de kerk van het seminarie te Roermond kunt halen.
      Hebt ge..... maar, neen! genoeg daarvan! Laten wij ons verheugen over onzen tijd van langzame verheldering, van zachtere wetgeving en meer algemeene menschelijkheid onder alle standen.
      Maak de kinderen niet bang voor boeman, sinterklaas, spook of duivel, leer ze liever het versje van Hieronymus van Alphen van »de zwarte man” waarin hij zegt:
      »Laat hem komen als hij kan”. Wee hem die dat vroeger zou gezegd hebben! Zalig de gedachte een vaderland te hebben waar men vrij denkt, spreekt en werkt, niet zooals velen beweren, door den godsdienstzin der Nederlanders, maar in spijt van dien.

EINDE.