De feniks en de tortel
Uiterlijk
|
De feniks en de tortel | |
| Auteur | William Shakespeare |
| Genre(s) | Poëzie |
| Brontaal | Engels |
| Datering | 1601 vertaling 2014 |
| Vertaler | J. Grandgagnage |
| Bron | Shakespearevertalingen |
| Auteursrecht | CC-BY-SA |
Originele tekst van Shakespeare, 1601
[bewerken]- The Phoenix and the Turtle
- Let the bird of loudest lay,
- On the sole Arabian tree,
- Herald sad and trumpet be,
- To whose sound chaste wings obey.
- But thou, shrieking harbinger,
- Foul pre-currer of the fiend,
- Augur of the fever's end,
- To this troop come thou not near.
- From this session interdict
- Every fowl of tyrant wing,
- Save the eagle, feather'd king:
- Keep the obsequy so strict.
- Let the priest in surplice white,
- That defunctive music can,
- Be the death-defying swan,
- Lest the requiem lack his right.
- And thou, treble-dated crow,
- That thy sable gender mak'st
- With the breath thou giv'st and tak'st,
- Mongst our mourners shalt thou go.
- Here the anthem doth commence:
- Love and constancy is dead;
- Phoenix and the turtle fled
- In a mutual flame from hence.
- So they lov'd, as love in twain
- Had the essence but in one;
- Two distincts, division none:
- Number there in love was slain.
- Hearts remote, yet not asunder;
- Distance, and no space was seen
- 'Twixt the turtle and his queen;
- But in them it were a wonder.
- So between them love did shine,
- That the turtle saw his right
- Flaming in the phoenix' sight:
- Either was the other's mine.
- Property was thus appall'd,
- That the self was not the same;
- Single nature's double name
- Neither two nor one was call'd.
- Reason, in itself confounded,
- Saw division grow together;
- To themselves yet either-neither,
- Simple were so well compounded.
- That it cried how true a twain
- Seemeth this concordant one!
- Love hath reason, reason none
- If what parts can so remain.
- Whereupon it made this threne
- To the phoenix and the dove,
- Co-supreme and stars of love;
- As chorus to their tragic scene.
- THRENOS.
- Beauty, truth, and rarity.
- Grace in all simplicity,
- Here enclos'd in cinders lie.
- Death is now the phoenix' nest;
- And the turtle's loyal breast
- To eternity doth rest,
- Leaving no posterity:--
- 'Twas not their infirmity,
- It was married chastity.
- Truth may seem, but cannot be:
- Beauty brag, but 'tis not she;
- Truth and beauty buried be.
- To this urn let those repair
- That are either true or fair;
- For these dead birds sigh a prayer.
Nederlandse vertaling
[bewerken]J. Grandgagnage, 2014[1]
- De feniks en de tortel
- Laat de vogel met de luidste zang
- In de unieke Arabische boom
- Met zijn geschal onze plechtige heraut zijn
- En kuise vleugels hierheen ontbieden
- Maar jij, krijsende boodschapper
- Voorbode van de dood
- En augur van het einde van de koorts,
- Waag niet om dichterbij te komen.
- Van deze samenkomst worden geweerd
- De vogels die met tirannieke vleugelslag
- Op anderen jagen, behalve de arend-koning:
- Zo besloten zal de uitvaart zijn.
- Laat de priester in zijn witte superplie,
- Bekwaam in funerair gezang,
- De dood voorspellende zwaan zijn
- Die het ritueel voor het requiem voltrekt.
- En jij, drievoudig levende kraai
- Die zijn zwart gebroed maakt
- Met adem die leven brengt en neemt,
- Onder onze rouwenden zal jij gaan.
- Hier vangt het klaaglied aan:
- Liefde en standvastigheid zijn dood
- De feniks en de tortel vluchtten
- In de vlam die hen verenigt.
- Aldus was hun liefde, een liefde gedeeld
- Maar in essentie één;
- Elk onderscheiden, en niet verdeeld
- Werd aantal in liefde gedood.
- Harten op afstand, maar niet uit elkaar;
- Afstand, maar dan zonder ruimte
- Tussen de tortel en zijn koningin:
- Bij hen was het geen wonder.
- De liefde tussen hen straalde zo sterk
- Dat de duif zijn wezen zag
- In de gloed van het oog van de feniks.
- Het ik was de andere en de andere het ik.
- Het eigene werd zo ontbonden
- Dat het zelf niet hetzelfde was;
- In aard uniek onder een dubbele naam,
- Waren ze één noch twee.
- Rede, door zichzelf verbijsterd,
- Zag deling samengroeien;
- In elkaar opgegaan en toch distinct,
- Ongemengd zuiver tot compositie gemaakt.
- En zij riep uit ‘Hoe waar oogt de verbondenheid
- Van twee in harmonieuze eenheid!’
- Liefde heeft motief, maar geen verklaring,
- Wanneer twee kan smelten tot één.
- Daarop ving zij dit klaaglied aan
- Op de feniks en de tortel,
- Opperste heersers en sterren der liefde;
- Als koor bij hun tragisch tafereel.
- KLAAGZANG
- Schoonheid, trouw, voortreffelijkheid.
- Gratie in al zijn eenvoud,
- Liggen hier gebonden in de as.
- De dood is nu het feniksnest;
- En de trouwe borst van de tortel
- Rust in de eeuwigheid.
- Dat ze geen nageslacht nalieten
- Was geen zwakheid:
- Het was het huwelijk van kuisheid.
- Wat trouw lijkt, kan het voortaan niet zijn:
- Schoonheid wordt geëerd, maar is het niet;
- Want trouw en schoonheid zijn begraven.
- Buig voor deze urn,
- Al wie trouw of schoon is,
- En fluister een gebed voor deze dode vogels.
| Deze vertaling heeft de licentie Creative Commons Naamsvermelding 3.0;. In het kort: het staat u vrij de tekst te gebruiken en te verspreiden, onder voorwaarde dat u de naam vermeldt van de auteur/vertaler ("Jules Grandgagnage"). |
- Noten
