Naar inhoud springen

Delftsche Courant/Jaargang 81/Nummer 279/De mijnstreek-crisis

Uit Wikisource
‘De mijnstreek-crisis’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Delftsche Courant, dinsdag 28 november 1922, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

DE MIJNSTREEK-CRISIS.

Te Heerlen had gistermiddag een conferentie tusschen den minister van arbeid, mr. Aalberse, en verschillende vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties, buiten het mijnbedrijf staande, en de r.-k. Middenslandsvereeniging in zake de in de mijnstreek heerschende werkloosheid en de tewerkstelling van Duitsche arbeidskrachten. Aan de conferentie namen tevens deel de burgemeesters van de betrokken gemeenten in de mijnstreek, de hoofdaalmoezenier van den arbeid, mgr. dr[.] H. Poels, de administrateur van de grensbewakingstroepen en de chef van de arbeidsbemiddeling van den rijkswerkloozendienst.
De minister bracht de vraag naar voren of de toestand thans zoo ernstig is, dat de regeenng moet ingrijpen en zoo ja, welke maatregelen de regeering in dit geval dient te nemen.
Van werknemerszijde werd gewezen op het groote aantal werkloozen dat hier is. Er werd een overzicht gegeven van de bedragen, verstrekt aan werkloosheidsuitkeeringen. Tevens werd gewezen op het groote aantal Duitschers dat hier werk vindt. Men drong aan op intrekking van de tegenwoordige passen. Voortaan moesten dan alleen passen verstrekt worden wanneer uit een verklaring van de Plaatselijke Arbeidersbeurs blijkt, dat geen Hollandsche arbeiders voor den desbetreffenden arbeid beschikbaar zijn.
Van werkgeverszijde werd betoogd, dat het aantal te werk gestelde Duitschers niet zoo bijzonder groot is en dat de werkgevers dikwijls om te kunnen concurreeren van Duitschers gebruik moeten maken.
De minister zegde tenslotte toe dat hij met zijn ambtgenoot van justitie die maatregelen zal nemen welk hem rechtvaardig toeschijnen.