Naar inhoud springen

Eerste Oogst/De eenzame schoonheid

Uit Wikisource

[ 57 ]

XLVIII.
DE EENZAME SCHOONHEID.




Te zwaar is de Schoonheid alleen te dragen!
     Volk waar zijt gij —?
0! helpt mij de trage hemelen schragen,
     Draagt ze met mij!

Laag hangen de wolken over de gronden —
     Varen voorbij!
Houde' u de donkere steden gebonden
     In hun galei ?

Dof dreunt de zee onder de eenzame luchten
     Aan Holland's zij!
Late' u die sterreke steden niet vluchten
     Diep uit de wei ?

Hoog gaan de schuimende kantlende golven,
     Schoort ze met mij!
Schoon volk! heeft het gele geld u bedolven
     Onder de klei?

Schudt dan uw boeien, trekt op naar de stranden!
     Schoudert uw rij!
Strijdend schoon volk schakelt samen uw handen!
     Viert het getij!

[ 58 ]
Diep duiken de zeeën, hoog drage' hun kruinen
     Een witte sprei!
Vollek van Holland! bestorrem de duinen,
     Loop storm met mij! —

Duisterder schuiven de nev'len in risten
     Ver naar het IJ, —
Blaas ze heen uit volle longen, die misten,
     Ken uw waardij! — —

Aan het eenzame strand wanklen mijn voeten, —
     0 ! waar zijt gij —?
Schoon volk! ga met mij de Schoonheid begroeten —
     0 ! sta mij bij!