Eindhovensch Dagblad/Jaargang 9/Nummer 31/Gemeenteraden

Uit Wikisource
Gemeenteraden
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 10 februari 1920
Titel Gemeenteraden. Helmond.
Krant Eindhovensch Dagblad
Jg, nr 9, 31
Editie, pg [Dag], [3]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Gemeent[e]rade[n].

HELMOND.

      Gisteravond om 7 uur kwam de raad der gemeente Helmond in openbare vergadering bijeen.
      Voorzitter: burgemeester Marinus van Hout.
      Secretaris: Van Bokhoven.
      Afwezig: de heeren Dekker en Prinzen, welke laatste met kennisgeving.
      De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde:
      1. Proces-verbaal van kasopneming bij den Gemeente-Ontvanger, d.d. 30 December 1919.
      Boeken en kas in orde bevonden.
      Wordt voor kennisgeving aangenomen.

      2. Ingekomen stukken.
      a. Directeur der Teekenschool, Helmond, Januari 1920. Aanbieding verslag over het kalenderjaar 1919.
      Wardt ter visie van de leden gelegd.
      b. Kamer van Koophandel en Fabrieken Helmond, 20 Januari 1920. Aanbieding verslag over 1918. Eveneens ter visie gelegd.
      c. Commissie Schietwedstrijd Landstorm, ’s-Gravenhage, 5 December 1919. Verzoek om voor een te houden schietwedstrijd een prijs beschikbaar te stellen.
      Nadat van het schrijven inhoudende dit verzoek door den secretaris voorlezing is gedaan deelt de VOORZITTER mede, dat Z.Exc. de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant aan alle burgemeesters dezer provincie ’n schrijven heeft gericht met het verzoek genoemd adres den raad aan te bevelen.
      B. en W. hebben mitsdien gemeend den raad te moeten voorstellen een crediet van ƒ 50 toe te staan, teneinde een prijs beschikbaar te stellen.
      De heer VAN DER WEIJDEN informeert, hoeveel andere gemeenten beschikbaar stellen.
      De VOORZITTER antwoordt dat hij zulks niet weet. Het verzoek is van zeer recenten datum, zoodat vele gemeenten in deze nog geen beslissing zullen hebben genomen.
      Bij stemming zijn allen voor het voorstel van B. en W.

      d. Ged. Staten van Noord-Brabant, 7 Januari 1920, G. No. 302. Vermindering aanslag inkomstenbelasting over 1917 van J. H. C. M. Snoorenberg.
      De VOORZITTER deelt mede, dat het bedrag dezer vermindering ƒ 655.31 is.
      Wordt voor kennisgeving aangenomen.

      e. Ged. Staten van Noord-Brabant 31 December 1919 G. no. 423. Handhaving aanslag inkomstenbelasting over 1917 van H. C. J. van Dongen.
      De Voorzitter deelt mede, dat de aanslag gehandhaafd is op een bedrag van ƒ 884.
      Wordt voor kennisgeving aangenomen.

      f. Ged. Staten van Noord-Brabant, 21 Januari 1920, G No. 235. Goedkeuring raadsbesluit van 19 Januari 1920. tot het aangaan eener tijdelijke kasgeldleening van hoogstens ƒ 150.000.
      Voor kennisgeving aangenomen.
      De VOORZITTER deelt mede dat de leening reeds geplaatst is tegen 4 7-8 pct. à pari.

      g. Ged. Staten van Noord-Brabant, 28 Januari 1920, G No. 136. Goedkeuring raadsbesluit van 19 Januari 1920, tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1919.
      Voor kennisgeving aangenomen.
      h. G. C. Guermonprez, Sliedrecht, 22 Januari 1920. Bericht aanneming benoeming tot Directeur van Publieke Werken.
      Wordt voor kennisgeving aangenomen.

      Nog zijn ingekomen:
      a. Ged. Staten van Noord-Brabant, 4 Februari 1920 G. No. 67. Goedkeuring raadsbesluit 19 Januari 1920 tot in erfpacht geven van gronden aan A. J. C. Grenu.

      b. Ged. Staten van Noord-Brabant 4 Februari 1920, G No. 66. Goedkeuring raadsbesluit 19 Januari 1920, tot overname van wegen van Mevrouw Wesselman.
      Deze beide stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
      c. Commissie tot Wering van Schoolverzuim Helmond, 7 Februari. Aanbieding verslag over het jaar 1919.
      Ter visie gelegd.

      d. Dr. A. Verwey, Rotterdam, 6 Februari 1920. Toezending verslag gemeentelijke keuringsdienst.
      Wordt eveneens ter visie van de leden gelegd.
      De VOORZITTER hoopt, dat de leden me[t] groote belangstelling kennis zullen nemen van dit verslag, hetgeen hij zeer raadzaam acht.

      3. Benoeming van een onderwijzer, belast met het geven van herhalingsonderwijs.
      De VOORZITTER deelt mede, dat tijdens de ziekte van den heer Kluytmans, belast met het geven van herhalingsonderwijs, een voorloopige regeling was getroffen en de heer Mertens de functie van den heer Kluytmans waar nam.
      Inmiddels is deze laatste overleden, zoodat er een definitieve regeling dient getroffen en een vast leeraar voor het geven van herhalingsonderwijs benoemd te worden.
      In overleg met en op advies van het Hoofd der school, den heer Kuypers wordt door B. en W. voorgedragen de heer Mertens, die met algemeene stemmen wordt benoemd.

      4. Verzoek aan Ged. Staten van Noord-Brabant om machtiging tot het voeren eener procedure tegen J. Derboven alhier.
      De VOORZITTER deelt mede, dat het fabrieksgebouw van Clerkx bewoond is door Derboven. Daar het is gebleken, dat deze bewoner zijn buurt veel last aandoet heeft men gemeend goed te doen hem op den gebruikelijken tijd de huur te laten onzeggen, waarna, bij weigering om die woning te verlaten, gerechterlijke uitzetting zal volgen.
      Waar het vermoeden bestaat, dat Derboven in deze onwillig zal zijn hebben B. en W. gemeend den raad te moeten adviseeren om het verzoek van Ged. Staten om machtiging tot het voeren eener procedure in te willigen.
      Aldus wordt besloten.

      5. Vaststelling 4 suppletoir kohier inkomstenbelasting over 1918.
      B. en W. stellen voor dit kohier vast te stellen op een bedrag van ƒ 1498 45.
      Allen voor.

      6. Goedkeuring van de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur voor 1920.
      De VOORZITTER. Dit punt en punt 8: vast stelling van de begrooting voor 1920 moet ik van de agenda afvoeren, daar de betreffende rapporten eerst hedenmorgen ontvangen zijn, zoodat B. en W. in deze nog geen voorstellen hebben kunnen doen.
      Het ligt in ’t voornemen om zoo spoedig mogelijk n.l. a.s. Donderdag of Vrijdag weer in openbare vergadering bijeen te komen ter behandeling dezer twee punten der agenda.
      Hebben de lden bezwaar tegen een vergadering op Vrijdag? vraagt de Voorzitter. Niemand heeft hiertegen bezwaar, zoodat besloten wordt op Vrijdagavond a.s. te vergaderen.

      7. a. Het Maria-Patronaat Helmond, 23 September 1919.
      Verzoek om subsidie over 1920.
      De VOORZITTER licht het verzoek toe en deelt mede, dat verzocht wordt de gewone jaarlijksche subsidie van ƒ 300 te brengen op ƒ 420.
      Waar er nu reeds twee patronaten bestaan en binnen niet langen tijd er nog twee zullen verrijzen, hebben B. en W. gemeend inzake subsidieering dezer patronaten een andere regeling dan tot dusver werd gevolgd te moeten voorstellen.
      Zij stellen n.l. voor ter subsidieering der patronaten een post ad ƒ 600 op de begrooting te plaatsen, uit welke poet elk patronaat een subsidie zal genieten naar gelang het budget. Gezien de cijfers die tot dusver bekend zijn, meenen B. en W. het bedrag te moeten bepalen op ƒ 600.
      De heer BOELEN kan zich niet vereenigen met het nieuwe systeem van subsidieering der patronaten, hetgeen door B. en W. wordt voorgesteld. Hij wil de patronaten afzonderlijk steunen en een hooger bedrag bepalen dan ƒ 600.
      De VOORZITTER zegt, dat de eenige juiste weg is een limiet te stellen. Doen we dat niet, dan wordt het particulier initiatief gedood.
      Wat het bedrag betreft zijn B. en W. van meening, dat ƒ 600 een voldoende bedrag is, in aanmerking genomen de cijfers die hun nu bekend zijn.
      DE heer BOELEN handhaaft zijn standpunt en is er voor het bedrag te verhoogen.
      De VOORZITTER. Het gaat allereerst hierom, of we het principe van subsidieering aannemen of niet.
      Door het principe wat de heer Boelen voor staat, aldus spr. bereiken we decentralisatie, terwijl het systeem van B. en W. moet leiden tot centralisatie der patronaten.
      Spr. wijst er nogmaals op, dat het hier geldt subsidieering van particuliere gebouwen. Hij acht het niet in het belang der gemeente, indien we deze onbegrensd steunen. Want daardoor dooden we het particulier initiatief. We stellen ons op het standpunt dat de gemeente moet steunen en niet zorgen.
      De heer BOELEN vergelijkt dan de kwestie met die der subsidieering der Ambachtsschool en zegt, dat de subsidies van gemeentewege aan deze school grooter zijn dan die der particulieren.
      De VOORZITTER zegt, dat de ambachtsschool niet zoo in het belang der particulieren is als de patronaten.
      De heer BOELEN. Deze school is juist in het belang der particulieren.
      De VOORZITTER. Maar de subsidie, die van gemeentewege aan deze school gegeven wordt, is dan ook niet groot.
      Weth. EBBEN zegt, betreffende de patronaten kunnen en willen de Katholieken bijdragen, dan zijn de subsidies ruim.
      Er zijn hier echter veel voornamere posten en dan noemt spreker als voorbeeld: Armbestuur. Laat men ook zorgen, parochiëele armbesturen te stichten en de gemeentezorg verlichten. De gemeente moet maar betalen.
      Mr COOVELS zegt, dat ’t niet in z’n bedoeling ligt over de zaak te spreken, doch nn kan hij zich niet weerhouden iets te zeggen. Ik geloof niet, aldus spreker, dat het aan de beoordeeling van den gemeenteraad is wat een parochie hoort te doen en dat niet veel gedaan is voor het onderwijs.
      Weth. EBBEN weerspreekt gezegd te hebben, dat de particulieren niet, genoeg bijdragen voor de patronaten, zooals Mr. Coovels het wil doen voorkomen.
      Na nog eenige discussie wordt het door B. en W. voorgestelde stelsel van subsidieering. der patronaten in stemming gebracht en aangenomen.
      Tegen stemmen de heeren: Mr. Coovels, Boelen en Van der Weijden.
      De heer BOELEN doet nu het voorstel om den post van ƒ 600 te verhoogen, overeenkomstig de gevraagde bijdragen.
      De VOORZITTER. Er is nog niets gevraagd. Hij vindt het standpunt van den seer Boelen verkeerd en zegt dat we een limiet moeten stellen. De heer DE WIT informeert, welke motief B. en W. heeft geleid tot het bepalen van dit bedrag van ƒ 600.
      De VOORZITTER antwoordt: Vorig jaar was het ƒ 550. Maar, voegt hij er aan toe, het rijk draagt nu meer bij.
      Nadat de Voorzitter nog gezegd heeft, dat het bedrag eventueel, met goedkeuring van den raad, verhoogd kan worden, wordt het voorstel van B. en W. in stemming gebracht en aangenomen.
      Alleen de heer Boelen stemt tegen.

      De VOORZITTER doet hierna mededeeling van een verzoek om verhooging der salarissen van de leeraren der Ambachtsschool.
      De Voorzitter adviseert den raad dit verzoek aan te houden teneinde de beslissing van de Prov. Staten in deze af te wachten.
      Aldus wordt besloten.

      b. Bestuur dr Ambachtsschool Helmond, 7 October, 1919. Verzoek om subsidie voor 1920.
      I. voor een cursus in het textielvak;
      II. voor een cursus in het typografenvak.
      III. voor een werkmeestercursus.
      B. en W. stellen voor dit verzoek in te willigen.
      De heer VAN DER WEIJDEN adviseert het niet te doen. Hij heeft gehoord, dat de cursussen bijna niet bezocht worden, vooral die der typografie.
      De VOORZITTER zegt, dat dit wel een beetje overdreven is. Inderdaad zijn ernige cursussen niet, zooals ze hadden kunnen zijn.
      Wat de typografie betreft is vorige spreker aldus spr., waarschijnlijk verkeerd ingelicht, hetgeen vermoedelijk te wijten zal zijn aan het feit, dat twee klassen in de typografie gecombineerd zijn.
      De heer DE WIT is eveneens van meening, dat de heer van der Weijden verkeerd is ingelicht en zegt, dat de werkmeestercursus goed geslaagd is, doch dat de electriciens-cursus is mislukt.
      Bij stemming zijn allen voor het voorstel van B. en W.

      De VOORZITTER deelt hierna mede, dat, tengevolge van het eervol ontslag van den heer Ruyten als directeur van gemeentewerken, de heer Turlings waarnemend directeur is geworden en daardoor een verantwoordelijke post gekregen. Hij zou daarom willen voorstellen den heer Turlings een graitificatie van ƒ 100 per maand toe te kennen, totdat de nieuwe directeur van gemeentewerken is benoemd.
      Allen voor.
      Nadat de Voorzitter nog heeft meegedeeld, dat punt 9 der agenda: bespreking circulaire Ged. Staten van Noord-Brabant d.d. 19 November 1919, betreffende vereeniging van gemeenten per abuis op de agenda is geplaatst en reeds aan de goede zorgen van Publieke Werken is toevertrouwd wordt de openbare vergadering gesloten en gaat de raad in geheim comité.