Gezelle/Ferient ruinae
Uiterlijk
< Gezelle
← Cito! | Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle | Semel desipisse... → |
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester. |
[ 326 ]
Ferient ruinæ
Om mijn hoofd, zoo roert en ruischt het,
hooge in de eekenboomen buischt het
wild geweld der winden: 't gaan
takken uit de boomen slaan!
hooge in de eekenboomen buischt het
wild geweld der winden: 't gaan
takken uit de boomen slaan!
Vlucht, die langs de bane..... vlucht de
de boomen eer ze, in 't kwaad geruchte
van den wind en van 't gestoot,
slaan u diepe aan de eerde dood!
de boomen eer ze, in 't kwaad geruchte
van den wind en van 't gestoot,
slaan u diepe aan de eerde dood!
Schuwt u zelven meest van al,
wilt gij vrij van ongeval
wilt gij vrij van schande blijven,
scheemringe en te gronde drijven.
wilt gij vrij van ongeval
wilt gij vrij van schande blijven,
scheemringe en te gronde drijven.
Schuwt uws zelfs, uw eigen hoofd
meest van al, en God gelooft;
Hij is waarheid, wijsheid, leven:
Hij kan goed- en grootheid geven.
meest van al, en God gelooft;
Hij is waarheid, wijsheid, leven:
Hij kan goed- en grootheid geven.
U zelven kent: 'n zijt ge u niet
bekend, hoe durft gij, blenden,
met handen, voeten, tonge of taal,
beginnen iets, of enden?
bekend, hoe durft gij, blenden,
met handen, voeten, tonge of taal,
beginnen iets, of enden?
Ge 'n weet niet hoe, noch waar, gij zijt,
noch wie: ge moet het gissen;
en, wat gij doet of niet en doet,
uw daaglijksch brood is... missen.
noch wie: ge moet het gissen;
en, wat gij doet of niet en doet,
uw daaglijksch brood is... missen.