Gezelle/Rijmsnoer om en om het jaar
< Gezelle
|
Rijmsnoer om en om het jaar | |
| Auteur | Guido Gezelle |
| Genre(s) | Poëzie |
| Brontaal | Nederlands |
| Datering | Oktober 1897 |
| Bron | Lauerens Janszoon Coster Project |
| Auteursrecht | Publiek domein |
 | |
Rijmsnoer om en om het jaar is een dichtbundel van Guido Gezelle uit 1897.
Inhoud[bewerken]
VOORHANG[bewerken]
- 't Eerste * 1
- God * 2
- Adoro te * 3
- Ontferme 't U * 4
- Laat mij * 5
- Amas me * 6
- Quis enarrabit * 7
- Maria * 8
I. NIEUWJAARMAAND[bewerken]
- Nieuwjaarsnacht * 9
- Wintermugen * 10
- 't Vriest * 11
- Op de wagens * 12
- Winternacht * 13
- Winterstilte * 14
- Arm huisgezin * 15
- Elisabeth * 16
- Leu XXme siècle * 17
- Nihil * 18
- Tusschen de twee * 19
- Oudheidkunde * 20
- Oudheid * 21
- De tijd * 22
II. SCHRIKKELMAAND[bewerken]
- Irrequietum * 23
- Festina * 24
- Jam hyems transiit * 25
- Ware beke * 26
- Tenden * 27
- Polygonum aviculare L. * 28
- Velut umbra * 29
- Sempervivum tectorum L. * 30
- Het borelingske * 31
- Boomen * 32
- Abeelen * 33
III. LENTEMAAND[bewerken]
- Maagdengroen * 34
- Het jonge jaar * 35
- Oosteren * 36
- o Lieflijke * 37
- Weldadig zonneweer * 38
- Lentegroen * 39
- IJslandvaarders * 40
- De reuze * 41
- Storme op zee * 42
- Sobrii estote * 43
- Den ouden brevier * 44
- Goevrijdag * 45
IV. GRASMAAND[bewerken]
- Het gers * 46
- Tu es ille vir! * 47
- De wilde wind * 48
- Ze slapen nog * 49
- Hoe weet gij ‘t dan zoo wel... * 50
- De zonneschicht * 51
- Muggen * 52
- Hagedooren * 53
- De nachtegale * 54
V. BLOEIMAAND[bewerken]
- De koning is gekommen * 55
- Meizang * 56
- Meidag * 57
- De meiboom * 58
- Samson * 59
- Vogelzang * 60
- De ramen * 61
- Koe-koe * 62
- Zonnewende * 63
- De oude kopwulge * 64
- Bonte abeelen * 65
VI. ZOMERMAAND[bewerken]
- Hier ben ik * 66
- Roozenmond * 67
- Zommer * 68
- Tot de zonne * 69
- Meezen * 70
- Herteloozen * 71
- De bleekersgast * 72
- De avondtrompe * 73
- Ichtus eis aiei * 74
- Rijmram * 75
- Twee horsen * 76
- Berdzagers * 77
- Hostieblommen * 78
- Stille * 79
- Eeuwelingen * 80
VII. HOOIMAAND[bewerken]
- Groeningeveld * 81
- Vuistrecht * 82
- Non sia ver * 83
- Oorloge * 84
- De donderroe * 85
- Brand! * 86
- Het klokgebed * 87
- Schoonheid * 88
- De dakpannen * 89
- Terug * 90
- Het getouwe * 91
- Courtrai * 92
VIII. KOORNEMAAND[bewerken]
- Wierook * 93
- Terwe * 94
- Storme * 95
- o Heemelijke diepten... * 96
- Wolkensnee * 97
- Laat worden * 98
- Betula alba L. * 99
- 't Groeit... * 100
- Najaarsverwen * 101
- Niemandsvriend * 102
IX. HERFSTMAAND[bewerken]
- Ik ga * 103
- De visscher * 104
- Enne... * 105
- Drakenaren * 106
- Zonnenondergang * 107
- Het schrijwiel * 108
- Peren * 109
- Het hingstdier * 110
- Wit en zwart * 111
- Casselkoeien * 112
- Oogentroost * 113
- Het manelicht * 114
X. ZAAIMAAND[bewerken]
- Doce nos orare * 115
- Vigilate et orate * 116
- Zaaidhede * 117
- Tranen * 118
- Goenavond * 119
- Salix vitellina L. * 120
- Schoone nacht * 121
- Avondrood * 122
- Nu of nooit * 123
- Fiat lux * 124
- De winden * 125
- De avondzonne * 126
- Avond * 127
- Ego vigilabo * 128
- Dat wilde ik weten * 129
XI. SLACHTMAAND[bewerken]
- Jacht * 130
- Spaman * 131
- Het hazegrauwt * 132
- Hoe zeere vallen ze af * 133
- Van den ouden boom * 134
- Mater dolorosa * 135
- Sterven * 136
- Het heldenspeur * 137
- Blootakker * 138
- Mortis imago * 139
- Mimosa * 140
XII. WINTERMAAND[bewerken]
- Voorwinter * 141
- De regenbuie * 142
- Vertijloosheid * 143
- In te speravi * 144
- Het winterspook * 145
- Op krukken * 146
- Memento homo... * 147
AANHANG[bewerken]
- Slapende botten * 148
- Solitudo * 149
- Pedagogen * 150
- o Crux, ave! * 151
- Armoede lief * 152
- Schamel en bloot * 153
- Wie was zo goed * 154
- Ons dagelijksch brood * 155
- o Licht! * 156
- Quid est Veritas! * 157
- Adest * 158
- Si scires! * 159
- Ne timeas... * 160
- Eheu! Fugaces * 161
- Die aarde, hemel, zee en locht * 162
- De zonne gaat op * 163
- In elken vuilen plasch * 164
- Komt en ‘n beidt niet meer * 165
- Appelbloeien * 166
- o Zoete honing * 167
- o Maagdelijk gebouw * 168
- o Bie'enherders * 169
- Pereat dies! * 170
- De leye leidt mijne oogen * 171
- Tarda molimina * 172
- Cito! * 173
- Ferient ruinae * 174
- Schuwt u zelven meest * 175
- U zelven kent * 176
- Semel desipisse... * 177
- Mater! * 178
- Toto en riri * 179
- Sta viator... * 180
- Bing-bang-bong! * 181
- Hoe donkerbruin * 182
- Juvabit! * 183
- Jam sol recedit * 184
- Ligna silvarum * 185
- Virago * 186
- Ars artium... * 187
- Miseremini! * 188
- Nieuwjaar * 189
- Jam lucis orto sidere * 190
- 't Meezeken * 191
- Windbruid * 192
- Kolen * 193
- Rijmsnoer * 194
- Maria * 195
- Het strooien dak * 196
- De zonne boort een gat * 197
- 't Avondt * 198
- Eeuwig * 199
- Den hoogen hemelkom * 200
- De daverende zonne * 201
- De zonne zit * 202
- o Heideveld * 203
- Al met eenen keer * 204
- Cytisus Laburnum L. * 205
- 't Beggijnhofklokske * 206
- Zulk gewil * 207
- Harop! * 208
- Terwijl ik ligge * 209
- Ne setor... * 210
- 'k Zag zeven zijden zakken staan * 211
- Gleba * 212
- *213 tot en met *231