Gezelle/De avondtrompe

Uit Wikisource
De bleekersgast Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle

De avondtrompe

Ichtus eis aiei
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester.

[ 153 ]

DE AVONDTROMPE


HEUR' trompe steekt de koe: ze is moe
van neerstig om te knagen;
van lange, in ' t jeugdig grasgewas,
den zwaren eur te dragen ;
den zwaren eur, die, molkenvol,
albij den grond genaakt ;
die zwaait, die heur den tred belet,
en ' t lichaam lastig maakt.

Ze steekt de trompe en tuit, om uit
den meersch te mogen komen,
ter melksteê; om, ontlaan, voortaan
heur zog te zijn ontnomen;
heur zuivel, dat zoo zoet, zoo goed,
zoo zuiver is; en dat,
voor alle lieden, ate en bate,
en drinkbaarheid bevat.

De trompe steekt de koe, daartoe
verwekt, alzoo de menschen,
die, tegen avond, lam en stram
gewrocht, de ruste wenschen.
De mensch is moe, de koe is moe,
en iedereen betracht,
na 's zomers zware werk, onsterk,
de zegenvolle nacht.

2/10/'96.