Gezelle/Rijmram
< Gezelle
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
← Ichtus eis aiei * 74 | Rijmram van Guido Gezelle | Twee horsen * 76 → |
Uit Rijmsnoer om en om het jaar |
Daar viel mij in ‘t gedacht entwat,
dat, al te onveerdig opgevat,
verloren liep; en, mondgemeens,
en zal ‘t noch ik, noch iemand eens
genieten.
Het deert mij danig! Ei!‘t en doet:
en heel en is en al, voor goed,
dat ongedicht gedachtje, dat
was al te onveerdig opgevat,
te nieten.
Het leeft entwaar entwat dervan,
dat visschende ik nog vangen kan,
wellicht; en, eens in ‘t net, wie is ‘t,
genaan! Die mij den visch ontvischt,
en ‘t garen?
Mij rijmvast en, van stonden aan,
zal ‘t stijf en sterk in staven staan,
nu, mondgemeen, het onverwacht
gedacht gedicht, gedicht gedacht,
nog jaren.
9/10/1896