Gezelle/Hier ben ik
Uiterlijk
< Gezelle
← Bonte abeelen | Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle | Roozenmond → |
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester. |
[ 143 ]
HIER BEN IK
o GROOTE God,
in 't sterrenheer
herkenbaar uit der maten,
'n wilt, die maar
een mugge en ben,
een zandeken, mij laten!
in 't sterrenheer
herkenbaar uit der maten,
'n wilt, die maar
een mugge en ben,
een zandeken, mij laten!
Het middent al
terug naar U,
't gewordene uit Uw' handen;
en toomend houdt
Gij alles in
't onmijdbare Uwer banden.
terug naar U,
't gewordene uit Uw' handen;
en toomend houdt
Gij alles in
't onmijdbare Uwer banden.
Uw eigendom:
is al hetgeen
Gij, dagelijks of zelden,
als leenheere, in
mijn' handen zet;
't is 't Uwe, en 'k wille 't gelden.
is al hetgeen
Gij, dagelijks of zelden,
als leenheere, in
mijn' handen zet;
't is 't Uwe, en 'k wille 't gelden.
U manschap doen,
naar ridders recht
en eere, is mijn betamen,
[ 144 ]
naar ridders recht
en eere, is mijn betamen,
[ 144 ]
en nooit en zal 'k
mij Uws, o God,
diens schild ik drage, schamen.
mij Uws, o God,
diens schild ik drage, schamen.
Hier ben ik, U
ontbièn getrouw:
slaan anderen, verwaten,
den aweg in,
'k en wille, o goede,
o groote God, U laten!
ontbièn getrouw:
slaan anderen, verwaten,
den aweg in,
'k en wille, o goede,
o groote God, U laten!
25/12/'96.