Gezelle/Doce nos orare
< Gezelle
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
← Het manelicht * 114 | Doce nos orare van Guido Gezelle | Vigilate et orate * 116 → |
Uit Rijmsnoer om en om het jaar |
Bidden en gebeden lezen,
dat is twee, na mijnen zin;
‘t een heeft God genietend wezen,
‘t ander niet als arbeid in.
Mochte ‘t altijd bidden wezen,
als ik mijn gebeden doe:
nooit en ware ik moegelezen,
nooit en wierde ik biddensmoe.
Wilt mij hulpgebiedig wezen,
leert mij bidden, gij, o God:
immers, bidden wel, maar lezen
‘n gebiedt mij uw gebod.
Gij hebt zelf mij, uitgelezen
leeraar, in den hof geknield,
willen lesse en voorbeeld wezen,
eer ge in ‘s vijands vuisten vielt.
Laat mij wel uw lessen lezen,
wel uw voorbeeld gadeslaan,
Heere, en neerstig doende wezen
‘t geen gij mij hebt voorgedaan!
2/2/1896