Gezelle/De nachtegale
< Gezelle
← Hagedooren * 53 | De nachtegale door Guido Gezelle | De koning is gekommen * 55 → |
Uit Rijmsnoer om en om het jaar |
Och moeder, is dat nu de
nachtegaal,
daarvan gij, moeder, mij zoo
menigmaal
verteldet dat hij voor de
zonne zingt,
en, na de zonne zoetjes
avondklinkt?
Dat bruin hij is van verwe, en
eiers legt,
in leeggebouwde nesten?
Moeder, zegt,
wanneer hij, vroeg en spade, uit
minnen gaat,
is ‘t waar, dat hem een vooze
reuk verraadt?
dat menig malgemutste
speleman
daar schielijk kreeg een... kwade
kele van?
Maar dat hij reuke, lucht noch
lied en geeft,
zoo zaan hij eens zijn huis vol
kinders heeft?
9/2/1897