Gezelle/Fiat lux
Uiterlijk
< Gezelle
← Nu of nooit | Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle | De winden → |
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester. |
[ 256 ]
FIAT LUX
't SMOORT, het smuikt, het smokkelwedert
allentheen! Waar zijn ze thans,
waar de boomen, waar de huizen,
waar de wereld, heel en gansch?
allentheen! Waar zijn ze thans,
waar de boomen, waar de huizen,
waar de wereld, heel en gansch?
Handen uit! Wat is 't? Wat hapert
er, genoot, dien 'k niet en zie;
die « goendag! » mij, uit den nevel,
roept, van hier nen stap of drie?
er, genoot, dien 'k niet en zie;
die « goendag! » mij, uit den nevel,
roept, van hier nen stap of drie?
Van den hoogen torre en blijft er
speur! Wat uur, hoe late is 't wel,
aan den tijd? De zonne en zie 'k niet:
slaapt of waakt het wekkerspel?
speur! Wat uur, hoe late is 't wel,
aan den tijd? De zonne en zie 'k niet:
slaapt of waakt het wekkerspel?
Hier en daar een' plekke boenend,
zit de zonne in 't duister veld;
rood, gelijk een oud versleten
stuk ongangbaar kopergeld.
zit de zonne in 't duister veld;
rood, gelijk een oud versleten
stuk ongangbaar kopergeld.
Wind, waar zijt gij heengeloopen?
Ligt ge, of ievers doodgekeid;
neêrgevallen, plat ter aarde?
Wind, waar is uw' roerbaarheid?
[ 257 ]Ligt ge, of ievers doodgekeid;
neêrgevallen, plat ter aarde?
Wind, waar is uw' roerbaarheid?
Op! Hervat uw' vluggen bezem,
vaagt des werelds wegen vrij
van die vale en vuile dompen:
dat het dage en daglicht zij!
vaagt des werelds wegen vrij
van die vale en vuile dompen:
dat het dage en daglicht zij!
Zonne, krachtig krauwt vaneen die
hoopen : ruimt uw ridderspeur;
slaat er dwers en nogmaal dwers uw
scherpe, sterke hoeven deur!
hoopen : ruimt uw ridderspeur;
slaat er dwers en nogmaal dwers uw
scherpe, sterke hoeven deur!
Werpt uiteen de onvaste vlagen;
vluchten doet ze, en verre voort
zij de smoor van hier gedreven:
nevel, 's Heeren stemme aanhoort!
vluchten doet ze, en verre voort
zij de smoor van hier gedreven:
nevel, 's Heeren stemme aanhoort!
Fiat lux! — De zonne, ontembaar,
zegepraalt; de nevel zwicht:
onverwinlijk is de Waarheid,
onverheerbaar is het Licht!
zegepraalt; de nevel zwicht:
onverwinlijk is de Waarheid,
onverheerbaar is het Licht!
22/10/'93.