Naar inhoud springen

Gezelle/In den naam des Vaders

Uit Wikisource
Voorhang Tijdkrans door Guido Gezelle

In den naam des Vaders

Heb's dank, o Heer
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen.

[ 5 ]

IN DEN NAAM DES VADERS


In den naam des Vaders, zegen
mij, o God; en in den naam
's Zoons en 's Heiligen Geests, te zaam:
op, en hand aan 't werk geslegen!

Aperi, Domine os…

Altijd slaande tongenhamers
zijn gevaarlijk, en verraân
dat er iets onrecht moet gaan
in de hert- of hersenkamers.

Munda quoque cor…

't Herte is 't, dat den mond doet spreken;
maar 't verstand houdt rijpen raad
eer hem woord of werk ontgaat,
daar kon schade of schande in steken.

Pater noster...

Onze Vader, 't brood alleene en
houdt mijn herte in 't leven niet:
'k bidde u, Vader, 't daaglijksch lied,
wilt me, en 't daaglijksch brood verleenen!
[ 6 ]Ave Maria...

Wees gegroet, o Maagd! Wie mocht er
ooit naast u, in Hebrons stad
dichten den Magnificat,
dichterweerde Davidsdochter!

Credo...

Vaster wetenschap, gewisser
als de zonne is, openbaar
spijts de wolken: niet zoo waar,
als dat God ons leert, en is er!

Venite, adoremus

Laat ons gaan, ofschoon in 't midden
van de duisterniss' hij ligt...
Laat ons gaan: hij is ons licht;
laat ons gaan en hem aanbidden!

Deus in adjutorium...

Haast u, komt, o God, en staat mij
bij, zoo bidde ik, onverbeid:
neemt al mijne ellendigheid,
Heere, in acht en gade slaat mij!

Gloria Patri...

Eerst van al moet hij geprezen,
hij die een is, in den troon:
hij die Vader, hij die Zoon,
hij die Heilige Geest is, wezen.
[ 7 ]Sicut erat...

Zoo 't daar was, in 't langverleden,
weze 't nu en immer voort:
amen, 't eerste en 't laatste woord
in alle eeuwige eeuwigheden!

Ales, diei nuntius...

'k Hoor Sint Pieters haantje preken,
wakende op den torre; daar
wacht de wakkere vogel naar
't aldereerste morgenbreken.

Clamat coruscans Angelus...

Gabriël, Gods kracht, vol eeren,
boodschapt de onbevlekte Maagd;
en de klokke driemaal draagt
berg en dal het woord des Heeren!

Cedant tenebræ lumini.

't Morgent, en, eer 't zonneklaar is,
roere ik uit, en rep mij vrij
van des afgronds heerschappij:
zoekende al dat recht en waar is.

Aurora cœlum purpurat.

't Daagt allengkens, en de stralen
van de zonn' herwekken 't al,
dat vandage of leven zal,
of de dood heur schuld betalen.
[ 8 ]Rebusque jam color redit.

't Leven, 't lijden, 't werken, 't winnen;
't onrecht en het recht gedaan,
't schuldig en 't onschuldig gaan:
weêr zal 't alles herbeginnen.

Qui temperas rerum vices.

Herbeginne 't, rijm of regen;
herbeginne 't, koud of heet;
herbeginne 't, lief of leed:
God zij meê, wie zal ons tegen?

Et ignibus meridiem

't Noent! De zonne omlaait de palen
van den aardbol; en ze sterkt
al dat levend wast of werkt,
in heur voedselvolle stralen.

Lux lucis et fons luminum.

Sterkt mij ook, en geeft mij krachten,
zonne Gods, die niet en faalt,
maar die in en door mij straalt,
zoo bij dagen als bij nachten!

Jam sol recedit igneus.

't Avondt. Tenden 's werelds palen
staat het westen al in brand,
en de groote zonne spant
gouden draad, in 't nederdalen.
[ 9 ]Illabitur tetrum chaos.

Werkzaam is de dag gesleten,
eer 't weer avond wordt en stil...
Wee aan die van geen verschil
tusschen dag en nacht en weten!

Ignosce culpis omnibus!

Weêr zij, kranke, in bed gebonden,
wakend, lijden angst en pijn;
weêr zij God vergetend zijn,
nacht en dag in 't kwaad verslonden!

Tua reducti dexterâ...

Helpt en troost al die daar beiden,
en verlangen, naar den slaap:
Jesu, en 't verloren schaap,
wilt het naar den schaapstal leiden!

Te deprecamur vespere!

Dankbaar, om des Heeren gaven,
elk nu rust en vreê begeert,
om den disch en om den heerd.
En de rook puilt uit de kaven,

Et pura puris mentibus...

't Schamel dak van leem en latten
bergt zoo menig armen djoos,
die geen koningserve en koos,
noch geen koningshuis, vol schatten.
[ 10 ]Procul recedant somnia!

De aarde is moê van 't angstig reppen...
Hier en daar nog, ketenvast,
horkt: nen armen hond die bast;
of nen uil, een luchtje aan 't scheppen!

Et noctium phantasmata.

Kijkt! een vleermuis, doof en duister
of 't een brokke bitter waar',
wikkelt op heur vlerken, daar!
En... een schemerworm verhuist er!

Largire lumen vespere!

Lichtjes, waar 't ook, heinde en verre is,
zie 'k in elke vensterruit;
en daar boven zitten ze uit,
waar't al edelsteen en sterre is

Fulvis decora floribus.

Riekt gij nu die wierookvlagen,
en die blommen allerhand,
die bij nacht' hun reukoffrand,
ongezien, den Heere opdragen?

Lunæ ministras ordinem.

Hei, 't is nacht! De vogels slapen,
moegerept aan uwen lof,
Heere; en 't maantjen, in nen hof,
wacht zijn' witgewolde schapen.
[ 11 ]Deo Patri sit gloria!

Wederom dan, als voor dezen,
hem die een is, in den throon:
God den Vader, God den Zoon,
God den Heiligen Geest, geprezen!

Nunc et per omne saeculum.

Zoo het was, zoo 't nog is, heden;
alzoo blijve 't, onverstoord:
amen, 't zij zoo, altijd voort,
in der eeuwen eeuwigheden!




In den naam des Vaders, wapen
mij, o Kruis; en in uw' naam,
Zone en Heilige Geest, te zaam,
moge, in ruste en vrede, ik slapen!