Gezelle/Na lang getoef
Uiterlijk
< Gezelle
← Wat menschenschoonheid | Tijdkrans door Guido Gezelle | Heer Schimmelpenninck → |
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen. |
Na lang getoef en veel gebei,
nu, jonge mannenlieden,
nu hebt ge 't naar uws herten grei:
'k moet veel geluks u bieden.
nu, jonge mannenlieden,
nu hebt ge 't naar uws herten grei:
'k moet veel geluks u bieden.
De snoef behoorde 't vrouwgemoed,
nu is hij mansch bedegen,
en eindlijk wordt de vrouwenhoed.
ja, van de mans gedregen!
[ 59 ]
Aanschouwt, geklept dat 't schaduw geeft,
die mooie jans gelogen,
hoe elk nu angst en onrust heeft,
om 't vrouwvolk na te pogen!
nu is hij mansch bedegen,
en eindlijk wordt de vrouwenhoed.
ja, van de mans gedregen!
[ 59 ]
Aanschouwt, geklept dat 't schaduw geeft,
die mooie jans gelogen,
hoe elk nu angst en onrust heeft,
om 't vrouwvolk na te pogen!
Sa, rokt u wijd en dempt dat haar,
dat wilt uw' lipkens eeren;
of, zijt gij mans, zijt mans voorwaar,
geen mans in vrouwenkleeren!
dat wilt uw' lipkens eeren;
of, zijt gij mans, zijt mans voorwaar,
geen mans in vrouwenkleeren!