Gezelle/Weerom licht en vier
Uiterlijk
< Gezelle
← Heb's dank, o Heer | Tijdkrans door Guido Gezelle | De zonne alreede is opgestaan → |
Uitgegeven in Amsterdam door L. J. Veen. |
WEEROM LICHT EN VIER GESTEKEN
Weêrom licht en vier gesteken,
blank en blij:
dat het, spijts de donkere weken
helder zij!
blank en blij:
dat het, spijts de donkere weken
helder zij!
Komt de zon late uitgerezen,
slaapt zij lang,
laat ons op en wakker wezen:
aan den gang!
slaapt zij lang,
laat ons op en wakker wezen:
aan den gang!
Dapper dult en danst, in de oude
schouwe, 't vier;
en... gij booze winderkoude,
vaart van hier!
[ 13 ] Spoeit! Den moor te viere, veerdig
maar gestookt:
't vroegmaal zij den wakkeren weerdig,
als hij kookt.
schouwe, 't vier;
en... gij booze winderkoude,
vaart van hier!
[ 13 ] Spoeit! Den moor te viere, veerdig
maar gestookt:
't vroegmaal zij den wakkeren weerdig,
als hij kookt.
Edel vocht! De zinnen sterken
zal 't, wellicht;
en in 't brein twee wonderen werken:
vier en licht!
zal 't, wellicht;
en in 't brein twee wonderen werken:
vier en licht!