[ Tweede blad, 2 ]Over de inbraak in een kruidenierszaak aan den Badhuisweg, gister in ’t kort bericht, wordt ons nog nader gemeld:
Zondag-avond omstreeks half zeven had de eigenaar van de zaak met zijn vrouw de woning voor eenigen tijd verlaten. Maar toevallig moest de man kort daarop nog even in zijn zaak zijn, en daar kwam hij toen tot de ontdekking, dat de voordeur aan de binnenzijde gesloten was; binnen hoorde hij gestommel. Door met kracht tegen de voordeur te duwen, sprong de schuif, welke er opgeschoven was, toen los, en .... in een achterkamer vond hij toen twee net gekleede mannen, die de kast daar al onder handen hadden genomen, en bij zijn komst ’t, door den winkel, op een loopen zetten. Een werd, buiten gekomen, door een in de nabijheid wonende juffrouw vastgehouden, en later, toen hij deze wist te ontsnappen, door een jongen achterhaald. Daarna nam de telefonisch ontboden politie hem voor haar rekening.
De tweede inbreker ontkwam.
In den tuin voor het huis werd een beitel gevonden, verderop lagen verschillende sleutels.
De inbrekers hebben, door tijdige komst van den heer V., geen geld kunnen machtig worden.