Het Vaderland/Jaargang 56/3 januari 1924/Avondblad/De Stijl
| De Stijl | |
| Auteur(s) | Anoniem |
| Datum | Donderdag 3 januari 1924 |
| Titel | De Stijl |
| Krant | Het Vaderland |
| Jg | 56 |
| Editie, pg | Avondblad A, 3 |
| Opmerkingen | Theo van Doesburg vermeld als Theo v. Doesburg, Piet Mondriaan als P. Mondrian |
| Brontaal | Nederlands |
| Bron | delpher.nl |
| Auteursrecht | Publiek domein |
DE STIJL.
Nummer 5 van den zesden jaargang is voor een goed deel aan de film gewijd. Aan de ultramoderne film dan altijd. Theo v. Doesburg zegt terecht, dat de film uit de „knellende banden van het sujet moet worden bevrijd, terwijl Hans Richter en Werner Gräff hetzelfde beweren in schema’s die hartverheffend zijn. P. Mondrian stelt de vraag, of de schilderkunst minderwaardig moet zijn aan de bouwkunst en wenscht gelijke rechten. Henri Poincaré draagt een opstel bij over de beteekenis der 4e demensie voor de nieuwe beelding.