Het Vaderland/Jaargang 60/6 maart 1929/Avondblad/Weekbladen

Uit Wikisource
Weekbladen
Auteur(s) Anoniem
Datum Woensdag 6 maart 1929
Titel Weekbladen
Krant Het Vaderland
Jg, nr 60, ?
Editie, pg Avondblad D, 3
Opmerkingen Theo van Doesburg vermeld als Th. v. Doesburg, Jacobus Johannes Pieter Oud als J.J.P. Oud
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Weekbladen

      In Binnenhuis zegt Th. v. Doesburg in de voortzetting van zijn beelding van het intérieur o.a.: Onze tijd staat in het teeken van het elementaire. Het elementaire in vorm, kleur en materiaal. De toekomst is aan het nikkel, het staal, het glas, het alluminium en het papier-maché. Tegenover de naturlijke „rustieke” materialen, als het hout, het marmer enz. zullen de z.g. gedénaturaliseerde materialen steeds meer in gebruik komen. Hierdoor doen zich enorme nieuwe constructieve mogelijkheden voor, terwijl het van de scheppende vindingsgeest zal afhangen of het interieur, in tegenstelling met een decoratieve camouflage der constructie, ook in modern esthetisch opzicht kan bevredigen. Als voorbeeld van een vertrek met zuivere atmosfeer haalt hij ’t laboratorium of de gevangeniscel van metaal en nog eens metaal aan. welke J. J. P. Oud voor eetkamer wil laten doorgaan; met stoelen als martelwerktuigen, met gladde, angstwekkend horizontale, harde zittingen waar je niet op kunt zitten noch leunen en onverbiddelijk afglijdt.
      J. Ruhlmann vertelt hoe hij metalen meubels maakte en de koopers er aan wilde wennen. ’t Is een merkwaardig staal van wansmaak. Men leze:
      Om den toekomstigen kooper langzamerhand aan het nieuwe materiaal te gewennen, heb ik allereerst voor de Salon des Décorateurs in 1926 meubelen vervaardigd met verzilverd stalen chassis, en massief-houten paneelen. waarop ik octrooi heb genomen. Al voortgaande met mijn studies heb ik dit jaar voor dezelfde salon een luxemeubel ontworpen geheel van staal, in samenwerking met mijn vriend, den metaalbewerker Subes. Dit proefstuk vertegenwoordigt de prototype van het toekomstmeubel, dat naar het schijnt moet worden samengesteld uit vlakken van gedreven ijzer.
      In een aldus ontworpen boekenkast zijn de pooten, het lijstwerk, en de sleutelgaten verzilverd. De binnenvakken zijn van gewerkt koper, verguld met bladgoud. De eigenlijke kast is van staal, overtrokken met een bruime celluloise-lak. Van boven is het meubel afgewerkt met marmer.
      Het metalen meubel schijnt alleen voordeelig geleverd te kunnen worden in groote series, — evenals de carosserieën — daar dan alleen de kosten van vervaardiging door de moderne geperfectioneerde machines gedekt worden.
      Paul Bromberg vertelt van de Jaarbeurs welke geen beurs meer is, maar een markt is geworden. Waar ’t een kwelling is zich door de meubelbergplaatsen heen te dringen, en A. v. d. Borm begint een serie beschouwingen over sprekende elementen in het binnenhuis.

      In de Ind. Verlofganger vertelt S. Kalff van den eersten tocht van Cornelis Houtman naar Indië en F. Oudschanz Dentz van het gedenkteeken voor Michiel de Ruyter in de gaard der monumenten (Emlekkerk) in Debreczin, een 21 Febr. 1895 onthuld geschenk van mevr. Hegyi-Iosza de Bodassy. C. Vis–Janssen van Raay vertelt hoe de verjaardag van Hollands koning ook in Indië werd herdacht, wat begon op 24 Aug. 1814.

      Reizen en Trekken begint met een artikel van v. d. F. over een nieuwe vacantieverdeeling en Weekend-reizen.
      R. van Waard doet allerlei opgewekte mededeelingen over de Zeereizen in 1929; S. de Leve over de Zomerverblijven der Vereeniging. Prof. van Baren gaat nu zeker de Paaschreis naar Torquay en Wight meemaken

      In Panorama vinden we een artikel met illustraties over musea in Moskou door Stefan Zweig en o.a. een kiek van de nationale commissie voor filmkeuring, die haar algemeene vergadering heeft gehouden.