Het Vaderland/Jaargang 61/1 mei 1929/Avondblad/Weekbladen

Uit Wikisource
Weekbladen
Auteur(s) Anoniem
Datum Woensdag 1 mei 1929
Titel Weekbladen
Krant Het Vaderland
Jg, nr 61, ?
Editie, pg Avondblad A, 3
Opmerkingen Theo van Doesburg vermeld als Theo v. Doesburg, Jannes Gerhardus Wattjes als prof. Wattjes, Gerardus Josephus Maria Simons als G.J.M. Simons
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Weekbladen

      Ir. W. Weisfelt beschrijft in Spoor- en Tramwegen het maken van den onderdoorgang onder het emplacement Heerlen, jhr. dr. C. Beelaerts van Blokland van het medegebruik door de S.S. van het station Herzogenrath en wat daar door het onereuze contract aan heeft vastgezeten. Van den beginne af aan, toen de Ned. Zuider Spoorweg Mij. en de Kön. Preuss. Staatseisenbahn Verwaltung het in 1895 sloten, is het een lijdensgeschiedenis geweest en der N. Z. S. is het vel over de ooren gehaald. Zoowel S.S. en N.Z.S. zijn aan handen en voeten gebonden overgeleverd. De oorlog heeft evenwel de gelegenheid verschaft aan de S.S. om zich wat los te werken en het einde is geweest een in October gesloten transactie, waarbij de S.S. den eigendom heeft verkregen van het baanvak Venlo-grens richting Straelen en de Duitsche Spoorwegen die van bet baanvak Herzogenrath-grens. C. Jansen behandelt den loop en het gebruik van het personenmaterieel in internationaal verkeer en dr. B. C. M. Boot het rijwielvervoer. Een artikel betreffende den spoorweg over den afsluitdijk van het IJselmeer berekent, dat van Leeuwarden naar Holland de afstand via Schagen naar den Haag en Rotterdam 10 K.M. korter wordt dan via Enkhuizen (voor het veer 30 K.M. rekenend), terwijl ten opzichte van den landweg via Zwolle naar Amsterdam, den Haag en Rotterdam een winst van 56, 53 en 22 K.M. verkregen wordt. De vrachtprijzen 2e klasse van Leeuwarden via Schagen en via Enkhuizen verschillen slechts 20 à 25 cts., doch de winst in reisduur is aanmerkelijk; bij een verkeerssnelheid van slechts 60 K.M. via Schagen zal de afstand Leeuwarden–Amsterdam (151 K.M.) worden afgelegd in 2 uur 31 min. tegen 3 uur 29 min. via Enkhuizen en 3 uur 41 min. via Zwolle. Ook naar den Haag kan een uur gewonnen worden; naar Rotterdam een half uur. Bovendien wordt het verkeer met Haarlem en met Noord-Holland boven het Noordzee-kanaal aanmerkelijk versneld. Zoo zal Alkmaar, dat via Schagen een 10 K.M. kortere verbinding met Friesland en Groningen verkrijgt dan via Enkhuizen, voor een reis naar Groningen (166 K.M.) of Leeuwarden (112 K.M.) een tijdwinst van vijf kwartier kunnen boeken. Bij het indienststellen van den spoorweg Anna Paulowna–Harlingen zal het verkeer met Groningen weinig, doch dat met Leeuwarden en het Noordelijke deel van Friesland belangrijk kunnen worden gebaat.

      In Binnenhuis geeft ir R. v. d. Nahmer wenken over opslag en bewerking van triplex. Op een artikel over ziekten en gebreken van het hout volgt er een over geheime sluitingen in meubels. In het bijschrift bij eenige afbeeldingen van winkelinterieurs wordt gezegd: In het woonhuis moeten de bewoners het „goed” hebben en de bezoekers zich op hun gemak voelen; in de winkel moeten de artikelen het goed hebben en de koopers zich op hun gemak voelen. Het universeele woonhuis, dat voor ieder mensch geschikt is, bestaat evenmin als de universeele winkel voor elk artikel en elk publiek. In de warenhuizen moet, voor het toezicht, een groote overzichtelijke ruimte gemaakt worden, waardoor de artikelen veel van hun cachet verliezen. Pompeuze aankleeding der wlnkelzalen kan toch niet over dit tekort heenhelpen.
      Bij het inrichten van een winkel moeten wij wel degelijk voor oogen houden hoe de charme van het artikel op haar voordeeligst uitkomt; suggestie is een machtig ding bij het koopen en het is niet zoo verwonderlijk, wanneer het publiek bereid is voor hetzelfde voorwerp meer te betalen als het maar op een andere wijze wordt getoond, het heeft dan ook inderdaad meer wáárde. Het etaleeren in de winkel zèlf wekt ontegenzeggelijk de kooplust op en het onderbrengen in een vitrine heeft bovendien de voordeelen, dat het geëtaleerde artikel er duurder gaat uitzien en ook beveiligd is tegen stof. Tot de taak van een inrichter behoort dan ook het vinden van zooveel mogelijk plaatsen waar vitrines kunnen worden ondergebracht, zoodat de aandacht er goed op valt.

      In Bouwbedrijf vertelt J. Langejan van den handel in natuursteen in ons land en wil de ontstemming uitspreken van den geheele reëelen natuursteenhandel, dat Rijk en gemeenten zoo dikwijls voorgaan om aan vrijwel onbekende firma’s groote opdrachten toe te vertrouwen. Het streven van de aannemersbonden, dat geleid heeft tot afschaffing van de borgstelling, wordt dan ook met sympathie gevolgd. Verder wordt een uiteenzetting gegeven van de Oms zuiveringsputten en de toepassing van gasverwarming grondig besproken. Eenige heel kleine Duitsche eensgezinswoningen, zóó klein dat ze eenkamerwoningen zijn, worden afgebeeld en Theo v. Doesburg vangt een bespreking aan van de kunst- en architectuurvernieuwing in Italië. Hij voorziet, dat de nieuwe architectuur in Italië binnen afzienbaren tijd tot ongekende realiseeringen in staat zal worden gesteld; daarom is het destemeer noodzakelijk, ons reeds thans grondig te oriënteeren betreffende de verhouding, waarin de nieuwe ideeën staan tot de Staatsidee. Er bestaat een zeer essentieel verschil in „futuristische (d.i. speciaal Italiaansche, dynamische) en nieuwe (d.i. internationaal georiënteerde, elementaire) architectuur.
      Prof. Wattjes bespreekt G. J. M. Simons’ nieuwe R.-K. kerk in Spoorwijk alhier (welker kapconstructie technisch wordt verklaard door ir. L. D. Huydts) en zegt o.a.: Het is een gebouw, dat onmiddellijk doet denken aan een zich vormende traditie. Het sluit zich op een persoonlijke en dus oorspronkelijke wijze aan bij de gezonde bouwkunst-opvattingen, die door Kropholler op zoo gelukkige wijze in de moderne Katholieke kerkelijke bouwkunst in toepassing worden gebracht. Uitwendig eenvoudige voor de hand liggende maar door gevoel voor verhoudingen geleide vormen, een bewust afstand doen van aesthetische detaileffecten door bijkomstigheden. Voor twee uitersten van de gebouwsoorten, waarmede de bouwkunst te doen krijgt, is de sobere, rationeele architectuuropvatting, zooals die door Kropholler voorgestaan wordt en zooals die door Simons voor het kerkgebouw in quaestie in toepassing is gebracht, zeer zeker de juiste: voor het eenvoudige bescheiden woonhuis eenerzijds en voor het kerkgebouw anderzijds. Ook in het inwendige sluit Simons zich aan bij de gezonde opvattingen omtrent modernen kerkbouw zooals Kropholler die ontwikkelt en in toepassing gebracht heeft. Het groote, niet door pijlers onderbroken kerkruim, de duidelijke-afscheiding van de ruimte voor de gemeente van die voor het altaar en in verband met den eersten eisch de eenvoudige zichtbare houten overkapping, die vanzelf aanleiding geeft om het constructieve element van de overdekking aesthetisch te beklemtoonen en het typische van den constructieven vorm aesthetisch te benutten. De belangrijke bezuiniging, die door dezen voor onzen tijd rationeelen overdekkingsvorm verkregen wordt en die t.o.v. een kerk met kolommen en steenen gewelven nog al belangrijk kan zijn, geeft nu de mogelijkheid om de decoratieve voltooiïng van het kerkgebouw en de voor een Katholieke kerk onmisbare verdere aankleeding van het interieur met kerksieraden aesthetisch goed te verzorgen en daarvan inderdaad kunstwerken te maken.
      Voor het schip zijn drie normale spanten toegepast; een vierde spant van het schip en twee spanten bij het transept hebben geringere spanwijdte door inwendig doorgevoerde conterforten. Overigens zijn voor ’t opnemen van den belangrijken zijdelingschen druk van de spanten zware conterforten aan den buitenkant van het gebouw aangebracht, die de eenvoudige hoofdmassa verlevendigen. De toren, die terzijde bij de kerk aansluit, dient tevens om dr wijk van een openbare klok te voorzien. De inrichting van de wijzerplaat is op zeer vernuftige wijze zoo bedacht, dat zoowel overdag als ’s avonds bij eleetrische verlichting duidelijk de tijd kan worden afgelezen.

      Thimotheüs is met een lentenummer gekomen, al heet het dan ook niet officieel zoo. Want het is al lente en vernieuwing waar het om gaat. Ook de gereproduceerde Willem Maris is een lenteweide. Dr. J. Th. de Visser spreekt een innig, hartelijk woord naar aanleiding van prinses Juliana’s 20sten verjaardag.

      Floralia is ditmaal geheel aan rotstuine[n] gewijd. Dit nummer is stellig een welkome verschijning [v]oor liefhebber en vakman, om te dienen als handleiding voor aanleg en vernieuwing van rotstuinen, welke door de zware vorst geruïneerd zijn. Aangezien voor dezen aanleg en vernieuwing thans bet tijdstip is aangebroken, is dit speciale nummer juist op het goede oogenblik verschenen.