Het Vaderland/Jaargang 61/22 maart 1930/Avondblad/Weekbladen

Uit Wikisource
Weekbladen
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 22 maart 1930
Titel Weekbladen
Krant Het Vaderland
Jg 61
Editie, pg Avondblad C, 2
Opmerkingen Charles Prosper Wolff Schoemaker vermeld als Schoemaker, Pierre Cuypers als Cuypers, Hendrik Petrus Berlage als Berlage, Karel de Bazel als Bazel, Jacobus Johannes Pieter Oud als Oud, Jan Wils als Wils
Brontaal Nederlands
Bron kranten.delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

WEEKBLADEN.

      Prof. Schoemaker behandelt in Bouwbedrijf de bouwmaterialen op de Jaarbeurs en behandelt de R.K. kerk met zusterhuis en lagere school te Lindenheuvel (L.) van J. E. Schoenmaekers, waarbij hij o.a. zegt: De Katholieke kerk te Lindenheuvel toont, dat zich tusschen de meer bewegelijke uitersten in de huidige Hollandsche architectuur in heel ons land, ook bezuiden den Moerdijk een algemeen gangbaar Nederlandsch architectuurtype afteekent, een sterk uitgesproken baksteen-architectuur, waarin de invloed van dr. Cuypers, dr. Berlage en dr. Bazel zeer duidelijk merkbaar is en verschillende geleidelijk in elkaar overgaande nuanceeringen medebrengt. In het algemeen vertoont deze meest gangbare en nog volstrekt niet verstarde algemeen Nederlandsche traditie een streven naar geslotenheid van het muurvlak door beperking of samentrekking van het raamoppervlak, lage muren en hoog dak, in verband daarmede een neiging tot overwegende beklemtooning van de horizontale richting. Daarbij wordt verlevendiging veeleer door ruimtelijke groepeeringen dan wel door ornamentale behandeling der vlakken gezocht, althans indien de plattegrond daar eenige aanleiding toe geeft en de grootte van het gebouw dit toelaat.
      E. A. van Genderen Stort besluit zijn artikelen over Staalsketelbouw en Theo van Doesburg schrijft over het glas in lood in de oude en nieuwe architectuur. De structuur van het moderne glas-in-lood-raam zal homogeen moeten zijd met de structuur van het gebouw, zegt hij. Het zal het rhythme der architectuur in zich hebben op te nemen, zooals dat ook bij de eerste door hem zelf in 1916 in de architectuur der architecten Oud en Wils aangebrachte vensters bedoeld was. Het denken in en componeeren met het gekleurde glas en lood bracht vanzelf de technische eenheid tusschen het raam en wand, tusschen compositie en constructie tot stand.