Naar inhoud springen

Het Vaderland/Jaargang 61/7 februari 1930/Avondblad/Weekbladen

Uit Wikisource
Weekbladen
Auteur(s) Anoniem
Datum Vrijdag 7 februari 1930
Titel Weekbladen
Krant Het Vaderland
Jg, nr 61, ?
Editie, pg Avondblad C, [1]
Opmerkingen Jannes Gerhardus Wattjes vermeld als Wattjes, Theo van Doesburg als Th. v. Doesburg, Antoni Gaudí als Gaudi
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Weekbladen

      Prof. Wattjes prijst in Bouwbedrijf zeer de synagoge in Amsterdam-Zuid van Harry Elte als een zeer belangrijk werk van hedendaagsche kerkelijke architectuur. Het uitwendige met zijn rijke geleding en zijn sobere, stoere en ernstige detailleering, vertolkt reeds onmiddellijk de religieuse bestemming van dit bouwwerk. Doch wel zeer in het bizonder is de architect er in geslaagd om in het inwendige een passend milieu te vormen voor den Joodschen eeredienst. De vormverdeeling van de inwendige hoofdruimte geeft al direct een plechtige stemming, die versterkt wordt door de gevoelig verzorgde, rijke en toch tot verhevenheid ingetogen detailleering, die vooral als symbool van religicuse voorstellingen en gedachten fungeert. Prof. Schoemaker schrijft over staalkernbouw, aan welk bouwsysteem het voordeel is verbonden, dat de omsluitingen (wanden), welke er geen dragende functie meer bij hebben, veel minder zwaar worden, waardoor de nuttige te gebruiken vloeroppervlakte uiteraard grooter wordt. Dit is vooral bij de waardevolle parterre-afdeelingen van beteekenis, ongeacht de betere dagverlichting, welke men door het wegvallen van de breede neggen verkrijgt. Naast deze direct waarneembare voordeden dient ook nog in aanmerking genomen te worden, dat zoowel door de vermindering van het eigengewicht der omwandingen, als door de lichtere steunpunten, ook de fundeeringen minder zwaar behoeven te zijn, hetgeen een financieele factor van beteekenis is. Th. v. Doesburg schrijft over architectuurvernieuwingen in Spanje, Polen, Japan, enz. en meent, dat de jonge Spaansche architecten zich evenals de Tsjechische eerder in de richting van betonvorm dan in die van de betonconstructie ontwikkelen. Hij verwacht, dat de richting, door de architecten te Barcelona aangegeven, zich in het practische bouwen zal verwerkelijken. Van deze gaat uit het verlangen naar eenheid en harmonie, materiaalbegrip en klare constructie. Prof. Gaudi’s kathedraal Sagrada Familia te Barcelona, waar de schrijver terecht slechts woorden van afschuw voor heeft en die hij veeleer een druipsteengrot dan een menschelijk bouwwerk noemt, dient der jonge generatie als afschuwwekkend symptoom van op de spits gedreven vormdecadentie.