Naar inhoud springen

Hoofdportaal:Religie/Bijbel

Uit Wikisource
Bijbel
De Gutenbergbijbel
De Gutenbergbijbel
Bronnen bij de Bijbel

Bijbeluitgaven

[bewerken]

Vertalingen van de Bijbel in het Nederlands. Hierbij ook: Fragmenten uit het Oude en Nieuwe Testament samen.

  • Rijmbijbel (1217) van Jacob van Maerlant kan nog geen echte Bijbel worden genoemd. Als basis voor de Rijmbijbel diende de Historia Scholastica van Petrus Comestor.
  • Het Luikse diatessaron (ca. 1280) is een Dietse vertaling (in een West-Limburgs dialect) van een West-Europese harmonisatiepoging van de vier canonieke evangeliën op basis van de Latijnse Vulgaat. Het is vergelijkbaar met het Diatessaron dat Tatianus rond het jaar 170 in Syrië in het Koine-Grieks of Syrisch schreef, maar stamt daar niet van af. Behalve deze compilatie van canonieke evangeliën bevat het Luikse diatessaron geen andere Bijbelboeken.
  • De Hernse Bijbel (1361), van de Bijbelvertaler van 1360 (door sommigen geïdentificeerd als de monnik Petrus Naghel), was de eerste vertaling van de Vulgaat naar de volkstaal, het Middelnederlands. Deze vertaling kwam tot stand in het kartuizerklooster van Herne en zou de basis vormen voor de Delftse Bijbel.
  • De Delftse Bijbel (1477) is de eerste Bijbel die in het Nederlands werd gedrukt. De vertaling is van omstreeks 1360 en is ontstaan in het kartuizerklooster van Herne. Het Nieuwe Testament en de psalmen ontbreken. De Bijbel werd gedrukt in 1477.
  • De Van Liesveltvertaling (1526-1542) is de eerste volledige Nederlandstalige Bijbel. Jacob van Liesvelt verzorgde de eerste uitgave van 1526 op basis van de Lutherse vertaling van het Nieuwe Testament; het Hebreeuwse Bijbel baseerde hij nog geheel op de Vulgaat. De uitgave van 1535 bevatte de complete vertaling van Maarten Luther. De uitgave van 1542 bevatte ook Luthers kanttekeningen.
  • De Leuvense Bijbel (1548) door de Leuvense augustijnermonnik Nicolaas van Winghe, op basis van de in 1547 door de Leuvense professor Johannes Henten herziene versie van de Vulgaat. Van de 'Leuvense Bijbel' zijn vele herdrukken verschenen.
  • Moerentorfbijbel (1599). In 1599 verscheen een nieuwe druk bij Jan I Moretus. In deze druk is de vertaling van Van Winghe gecorrigeerd volgens de nieuwe officiële editie van de Vulgaat na het Concilie van Trente. De 'Leuvense Bijbel' of 'Moerentorfbijbel' bleef tot in de 19de eeuw de rooms-katholieke standaardtekst van de Nederlandse Bijbelvertaling.
  • De Hebreeuwse Bijbel van de Deux-Aesbijbel (1561-1568), die is vertaald uit de bijbel van Maarten Luther door Godfried van Wingen en het Nieuwe Testament door Gillis van der Erven. De Liesveldtbijbel heeft ook als bron gediend. Deze bijbel is genoemd naar een kanttekening bij Nehemia 3:5, waarin staat Deux aes en heeft niet. Six cinque en geeft niet. Maar quater drij, die helpen vrij. De cijfers verwijzen naar de ogen op een dobbelsteen. De armen (2 en 1) hebben niets om te geven, de rijken (6 en 5) zijn gierig, en de middenklasse (4 en 3) is vrijgevig.
  • Statenvertaling (1637). Dit is een van de oudste Nederlandse vertalingen die, met taalkundige aanpassingen, nog steeds gebruikt wordt in sommige kerken van conservatief-protestantse signatuur. Hij heet zo omdat de opdracht ertoe indertijd door de Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden werd gegeven. De Statenvertaling is rechtstreeks uit het Hebreeuws en Grieks gemaakt. Kenmerkend voor deze vertaling is het archaïsche woordgebruik. Deze vertaling valt te vergelijken met de Engelse Authorised Version (King James Version). Het taalgebruik in deze vertaling heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlands. Zo zijn veel spreekwoorden en gezegden die tegenwoordig nog gebruikt worden terug te vinden in de Statenvertaling.
  • Statenvertaling (1888). Ook wel de Jongbloed editie. Een herziene versie door een commissie van o.a. theologen. Door diverse uitgeverijen verspreid, Proost & Brandt, later door Jongbloed.
  • Vertaling Andreas Van der Schuur (1732)
  • Bijbel Willem Antony van Vloten (1789-1796). Een nieuwe Bijbelvertaling onder de naam De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd. Het eerste deel van zijn vertaling verscheen in 1789 en het laatste deel, Hebreeën tot en met Openbaring, in 1796.
  • Palmbijbel (1818-1830). Er zijn verschillende pogingen geweest de tekst van de Statenvertaling te moderniseren. De zogenaamde Palmbijbel bevat een modernisering gemaakt door de Utrechtse hoogleraar Johannes van der Palm. Naast een modernisering van de tekst bevat deze Bijbeluitgave ook uitgebreide herziene kanttekeningen. Van der Palm is bekender geworden met zijn "Bijbel voor de jeugd", die gezien wordt als de eerste kinderbijbel.
  • Nieuwe Testament van Visschering (1854) De onvrede over de leesbaarheid van de Statenvertaling leidde in de 19e eeuw ertoe dat er meerdere pogingen ondernomen zijn om tot een nieuwe Bijbelvertaling te komen. De vertaling van Visschering kwam hoofdzakelijk in gebruik bij de doopsgezinden. Deze vertaling van het Nieuwe Testament is hoofdzakelijk gebaseerd op de Griekse tekst van Konstantin von Tischendorf.
  • Voorhoevevertaling (1877). In de loop van de 19e eeuw vertaalde de Rotterdamse uitgeversfamilie Voorhoeve het Nieuwe Testament op basis van de Griekse uitgave van John Nelson Darby. De traditie waarin deze zogenoemde vertaling staat is in lijn met de vertaling van Darby's werk in het Engels, Frans en Duits. De Voorhoevevertaling is inmiddels vier keer herzien.
  • Professorenbijbel. Het woord Professorenbijbel is geen echte naam, maar meer een bijnaam voor een vertaling van de Vulgaat, die aan het einde van de 19e eeuw tot stand kwam. De Professorenbijbel is een vertaling van het Hebreeuwse Bijbel, inclusief de Apocriefen van het Hebreeuwse Bijbel boeken. De vertaling is voorzien van aantekeningen, waarin regelmatig ook de verschillende lezingen van de Septuaginta en Hebreeuwse tekst ten opzichte van de Vulgaat worden besproken.
  • De Leidsche Vertaling betreft een Bijbelvertaling die grotendeels tot stand is gekomen door professoren van de Universiteit Leiden.
  • Vertaling Theodorus van Tichelen (1926). In Vlaanderen verzorgde kanunnik Theodoor Van Tichelen (1877-1945) een katholieke vertaling van het Nieuwe Testament vanuit het Grieks.
  • De Petrus Canisiusvertaling is een Nederlandse rooms-katholieke Bijbelvertaling, in delen verschenen tussen 1906 (4 evangeliën en Handelingen) en 1939 (complete OT+NT). Diverse vertalers, voor de editie van 1939 onder de nadrukkelijke leiding van dominicaan Leo Reginald Jansen (1879-1947). Vertaling in het publieke domein.
  • GNU 2004 bijbelvertaling
  • Nbg-vertaling-1951

Inleiding tot de bijbel - Bijbelverklaringen en -beschouwingen

[bewerken]

Bijbelse aardrijkskunde, geschiedenis en oudheidkunde

[bewerken]

Oude Testament

[bewerken]

Uitgaven, bewerkingen en verklaringen van één of enkele boeken en fragmenten

[bewerken]

Uitgaven en verklaringen van deuterocanonieke boeken, apocriefe boeken en pseudepigrafen

[bewerken]

Nieuwe Testament

[bewerken]

Uitgaven, bewerkingen en verklaringen van één of enkele boeken en fragmenten

[bewerken]