I.K. Bonset/De Primula I
De Primula I | |
Auteur(s) | I.K. Bonset |
Titel | De Primula I |
Editie | {{{editie}}} |
Datering | 8 mei 1915 |
Genre(s) | Poëzie |
Brontaal | Nederlands |
Bron | I.K. Bonset (1975) Nieuwe Woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg, Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, pp. 33-34. ISBN 9021413167 |
Auteursrecht | Publiek domein |
[33]
[in de linker kantlijn:] 1915
De Primula I
De primula staat grillig-breed
op het purpur-roode tafelkleed
- Het is voor het eerst dat ik dit weet
Haar stelen zijn met haren.
Gerimpeld zijn haar blaêren.
- Zoo zijn de handen van mijn moeder
De bladerenschat is uitgespreid
En schul haar groote heerlijkheid:
De violette bloemen,
voor 't ruwe van de aarde-kracht.
Maar bovenuit de bloemenpracht
is toch de hemel heerlijk zacht
en zijn geen blâeren noodig.
Want boovenuit de bloemenpracht
Daar is de zon, de hemelkracht
Dáár is de hemel ruim en groot
Dáár is geen leven en geen dood
Dáár is het eeuwig licht en vrij
Dáár is het zoet en zacht en blij
Dáár is het hemeljaargetij,
Daar is het rijk der bloemen.
De primula staat grillig breed
Op het donker roode tafelkleed
- Het is voor 't eerst dat ik dit zie
[34]
Eén kleine knop, o zoo bedeesd
Is nimmer nog een bloem geweest.
En wil nu met zijn kleinen knop
de hemel in, steeds hooger op
Om daar dan met één klein groen oog
te schaterlachen van omhoog
[in de linker kantlijn:] 8.5.1915