Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Concordia (1)
← Eendracht nae der Ouden uytbeeldinge | Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al.
Concordia. Eendracht, p. 97 |
Concordia. Eendracht → |
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers. |
Concordia. Eendracht.
EEn Vrouwe met een Olijfkrans, houdende mette rechter hand een bondel pijlen, aen d’eene ſyde met een witte band omwoelt, en aen d’ander ſyde met een roode band, in de ſlincker een Overvloeds Horen.
De Olijfkrans is een teycken van Vrede, die een werckinge is van d’Eendracht.
De bondel pijlen, op de maniere als geſeyt is, bediet, de veelheyt der gemoederen die te ſaemen vereenight zijn door den band der Liefde en oprechtigheyd dewelcke ſwaerlijck te breecken zijn, alſſe onder een ander haer kracht en ſterckheyd behouden: daer nae is de Eendracht een voortteelſter van de aengenaeme vruchten, gelijck in ’t tegendeel de Tweedracht niet anders kan voort brengen, als doornen en diſtelen van quaedſpreken en twiſt, diewelcke het geſelschap verſtooren, en oock alle die geene, die gaerne minnelijck, burgerlijck en redelijck, in de gemeenſchap der Menſchen, willen leven.