Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Convito
← De gulde Fortune, […] | ‘Convito. Gastmael’ door Cesare Ripa | Hospitalita. Gastvryheyt → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 131-132. Publiek domein. |
Convito. Gaſtmael.
EEn ſchoon lachend Ionghman, van ſijn eerſte melckhayren, ſtaende recht op ſijn voeten, met een ſeer ſchoone bloemekrans om ’t hoofd, houdende in ſijn rechter hand een ontſteecken Fackel, en in de ſlincker een Lance, weſende in ’t groen gekleet, gelijck
[ 132 ]hem Philostratus afmaelt, om dat dees ouder meest tot bancketten en gaſtmaelen genegen is.
De gaſtmaelen worden gehouden totte algemeene vrolijckheydt onder den Vrienden, en daerom wort hy schoon en lachende gemaelt, met een krans van bloemen, om de openhertigheyt van ’t gemoed in deſe lieflijckheyt, die door ’t by een komen en aenwaſſen van de Vriendschappen, die door de gaſtmaelen plaghten veroorſaeckt te worden, te vertoonen.
De aengeſteecken Fackel ſchilderden de Oude in handen van Hymenæus den God der Bruyloften, om dat hy de gemoederen en verſtanden in de gaſtmaelen, wacker en luſtigh hout, koſtelijck opſchaffende, grootmoedigheyt verweckende, om ſulx van gelijcken wederom te pleghen, en van den Vrienden de plichten der danckbaerheyt te ontfangen.