Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Gratia di Dio
Uiterlijk
← Gratia Divina. Godlijcke Genaede | ‘Gratia di Dio. De Gunste Godes’ door Cesare Ripa | Inclinatione. Genegentheyt, Neyginge → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 156. Publiek domein. |
[ 156 ]
Gratia di Dio. De Gunſte Godes.
EEn ſeer ſchoon en bevalligh Iongh Meyſken, naeckt, met een ſeer ſchoon cierſel op ’t hoofd. De hoofdhayren ſullen blond en gekrult zijn rontom met een groote glants. Met beyde handen ſalſe houden den Hooren van Rijckdom, die haer de beſchaemde leeden bedeckt, en daer uyt ſalſe ſtorten verſcheyden dingen, ſoo wel Geeſtlijcke als andere, tot het gebruyck des levens, en van den Hemel ſal een ſtraele komen tot op de aerde toe.