Naar inhoud springen

Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Simplicita

Uit Wikisource
Par­tia­li­ta. Een­sy­dig­heyt, Par­ty­schap Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al.

Sim­pli­ci­ta. Een­vou­dig­heyt, Slech­tig­heyt, p. 101

Va­na Glo­ria. Eere of Roem die ydel is. van dien dap­peren Aca­de­mi­cus Phi­lo­po­nus be­ſchre­ven
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 101 ]

Simplicita. Eenvoudigheyt, Slechtigheyt.

EEn Maeghdeken in ’t wit gekleet, hebbende in de hand een witte Duyve en Phaiſant.
Iongh wort het gemaelt, door de gelijckheyt van d’onder, diewelcke in ’t begin van de kenniſſe, een wit papier gelijck is. Weſende de Eenvoudigheydt niet anders als een verſchoonlijcke onwetentheyd van ’t goede en quaede, die ſonder eenige quaede meeninge geſchiedt: en wortſe in deſe plaetſe daer voor genomen, om dat het gemoed ſich totte gebreecken niet heeft geneyght, alhoewel men die geene oock eenvoudigh noemt, die van kleyn verſtand zijn.
Met wit is zy gekleet, om dat deſe ſuyver en ſonder eenige vermenginge is.
De Duyve wort van Chriſtus geſtelt voor de oprechte en prijſlijcke eenvoudigheyt, met de welcke men ten Hemel gaet, en hier door ſeyt hy: Laet de kinderkens tot my komen. Voor de laſterlijcke eenvoudigheyt wort de Phaiſant geſtelt, diewelcke meent van niemant geſien te weſen, wanneer hy ſlechts ſijn hoofd verberght.