Internationale Overeenkomst voor het merken der eieren in den internationalen handel (11 december 1931)

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Internationale Overeenkomst voor het merken der eieren in den internationalen handel.

Auteur Anoniem
Genre(s) Verdrag
Brontaal Nederlands
Datering 11 december 1931
Bron Belgisch parlement
Auteursrecht Publiek domein

Een (misschien terecht?) weinig bekende internationale handelsovereenkomst over het merken van eieren, in Brussel afgesloten op 11 december 1931.

Het is niet bekend of de overeenkomst ooit effectief in werking is getreden zoals voorzien in artikel 11. België keurde de overeenkomst goed bij wet van 9 juni 1934.

Het Internationaal Landbouwinstituut waarvan sprake was gevestigd in Rome en was het resultaat van een internationale overeenkomst, ondertekend op 7 juni 1905. Het was de voorloper van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.

Bij de Nederlandse delegatie valt de naam op van Jules Breukers, directeur van de Roermondse Eiermijn, opgericht in 1904 en die uitgroeide tot de grootste eierveiling in Europa.


Internationale Overeenkomst voor het merken der eieren in den internationalen handel.[bewerken]

De President van het Duitsche Rijk; Zijne Majesteit de Koning der Belgen; de President van de Regeering der Spaansche Republiek; de President der Estlandsche Republiek; de President der Finsche Republiek; de President der Fransche Republiek; de President der Helleensche Republiek; Zijne Majesteit de Koning van Italië; Zijne Majesteit de Koning van Noorwegen; Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden; de Bondsraad van den Zwitserschen Bond; de President der Oostelijke Republiek Uruguay,

het nut van eene internationale samenwerking inzake het merken der eieren erkend hebbende en ten einde de belemmering door dezen maatregel in den internationalen handel veroorzaakt te verminderen, hebben besloten te dien einde eene Overeenkomst te sluiten en hebben tot hun Gevolmachtigden benoemd, te weten:

De President van het Duitsche Rijk:

Zijne Excellentie Graaf Hugo Lerchenfeld auf Köfering und Schönberg, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister bij Z.M. den Koning der Belgen;
Doctor Alex Walter, Ministerieel Adviseur aan het Ministerie van Bevoorrading en van Landbouw van het Reich;
Den heer Gerhard Lichter, hoofdadviseur aan het Ministerie van Bevoorrading en van Landbouw van het Reich;

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

Den heer Albert Henry, Directeur-Generaal aan het Ministerie van Landbouw, Afgevaardigde bij het Permanente Comité van het Internationaal Landbouwinstituut;
Zijne Excellentie Graaf de Romrée de Vichenet, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister, en
Den heer E. Warnants, Eerstaanwezend Inspecteur aan het Ministerie van Landbouw.

De President van de Regeering der Spaansche Republiek:

Doctor Carlos Badia, Handelsadviseur bij de Ambassade te Parijs.

De President der Estlandsche Republiek:

Den heer Jüri Sammul, Consul te Parijs.

De President der Finsche Republiek:

Den heer Hjalmar Goos, Consul-Generaal te Hamburg.

De President der Fransche Republiek:

Voor Frankrijk:
Den heer Jean Leroy, Doctor in de rechten, Eerstaanwezend Inspecteur van de Beteugeling van het Bedrog, Hoofd van den Dienst der Geschillen aan het Ministerie van Landbouw.
Voor Algerië:
Den heer Jean Leroy, voornoemd.

De President der Helleensche Republiek:

Den heer Sp. D. Saltafera, Zaakgelastigde te Brussel.

Zijne Majesteit de Koning van Italië:

Doctor Ernesto Santoro, Afdeelingshoofd aan het Koninklijk Ministerie der Corporatiën.

Zijne Majesteit de Koning van Noorwegen:

Den heer William Mathe Johannessen, Consul-Generaal te Antwerpen.

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Doctor J.J.L. van Rijn, Landbouwadviseur, Afgevaardigde bij het Permanente Comité van het Internationaal Landbouwinstituut;
Den heer J.G. Tukker, Ingenieur, lid van den Raad van State voor den Landbouw;
Den heer J. Breukers, Directeur van de Samenwerkende Maatschappij "Roermondsche Eiermijn".

De Bondsraad van den Zwitscherschen Bond:

Zijne Excellentie den heer F. Barbey, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister bij Z.M. den Koning der Belgen.

De President der Oostelijke Republiek Uruguay:

Den heer Pedro Seoane,


welke, daartoe behoorlijk gemachtigd, te Brussel in het Paleis der Academiën vergaderd, op het initiatief van het Internationaal Landbouwinstituut, overeengekomen zijn aangaande hetgeen volgt:


Artikel 1.

De Contracteerende Staten die de voorafgaande merking der ingevoerde eieren, op de schaal en de verpakking, of op een van beide opgelegd hebben en degene die ze in het vervolg zullen opleggen, verbinden zich de benamingen vermeld in de lijst van Bijlage A, als voldoende aanwijzingen van oorsprong der in hunne respectieve grondgebieden ingevoerde eieren te erkennen.


Artikel 2.

De Contracteerende Staten die, ten einde een onderscheid te maken tusschen de ingevoerde eieren, het gebruik van verschillende kleuren wenschen voor te schrijven, verbinden zich te dien einde slechts de volgende verplichtingen op te leggen:

a) Versche eieren: gebruik der zwarte kleur gedurende het tijdperk van 15 Maart tot 31 Augustus en van de roode kleur gedurende het tijdperk van 1 September tot 14 Maart. De eieren die verzonden zijn vóór het begin dezer tijdperken, zullen met de kleur vastgesteld voor het tijdperk van den dag der verzending gemerkt mogen worden;

b) Geconserveerde eieren: gebruik der zwarte kleur gedurende gansch het jaar.


Artikel 3.

Elke Contracteerende Staat kan het gebruik van een algemeen merk van oorsprong toelaten in de plaats van het in Bijlage A vermelde merk.


Artikel 4.

De Contracteerende Staten, die zouden besluiten een onderscheid te maken tusschen de versche en de geconserveerde eieren, verbinden er zich toe de uitvoerders niet te verplichten op de schaal en op de verpakking der geconserveerde eieren, of op een van beide, andere vermeldingen of teekenen betreffende de wijze van conserveering van het product aan te brengen dan degene die voorkomen in Bijlage B.


Artikel 5.

De Contracteerende Staten zullen het merk van oorsprong of van conserveering in overeenstemming met de Overeenkomst als voldoende erkennen, mits dit merk op in 't oog vallende en leesbare wijze op de schaal aangebracht zij in onuitwischbare kleur en in latijnsche letterteekens van twee millimeter hoog.

De uitvoerende landen mogen echter grootere letterteekens gebruiken; de keus der kleur blijft voor elk hunner vrij, wanneer het invoerende land het gebruik der in artikel 2 voorziene kleuren niet voorschrijft.


Artikel 6.

De Contracteerende Staten verbinden er zich toe voor te schrijven dat de verpakkingen, die de eieren bevatten, een opschrift zullen moeten dragen dat den aard van den inhoud aangeeft. Zij zullen een opschrift in onuitwischbare hoofdletters (latijnsche letterteekens) van minstens drie centimeter hoog als voldoende erkennen.


Artikel 7.

In geval van betwisting over de uitlegging der bepalingen van deze Overeenkomst of van moeilijkheden van practischen aard voor hare toepassing, zal een der betrokken Partijen, in overeenstemming met de andere Partij, aan het Internationaal Landbouwinstituut kunnen vragen een poging tot verzoening te doen.

Te dien einde zal het geschil onderzocht worden door een Technisch Comité uit drie deskundigen samengesteld, op zulke wijze dat elk van de beide betrokken Staten zijn deskundige aanwijst en het Internationaal Landbouwinstituut den derde. Dit Comité zal zijn verslag indienen, hetwelk door het Internationaal Landbouwinstituut aan elk der betrokken landen medegedeeld zal worden; aan de Regeeringen blijft echter alle verdere vrijheid van handelen voorbehouden.

De betrokken Regeeringen verbinden er zich toe gezamenlijk de kosten te dragen van de aan de deskundigen toevertrouwde opdracht.


Artikel 8.

Deze Overeenkomst, die onderteekend zal kunnen worden tot op 31 Maart 1932 door de Staten die deelgenomen hebben aan de Conferentie van Brussel, zal zoodra mogelijk bekrachtigd worden en de bekrachtigingen zullen bij de Belgische Regering worden nedergelegd.

Van elke bekrachtiging zal bericht worden gegeven door de Belgische Regeering aan elk der andere Contracteerende Staten, alsmede aan het Internationaal Landbouwinstituut.


Artikel 9.

De Staten die deze Overeenkomst niet onderteekend hebben, zullen op hun verzoek tot dezelve kunnen toetreden.

Elke toetredende Staat zal het recht hebben op het oogenblik zijner toetreding de benaming op te geven die hij als aanduiding van oorsprong voorstelt voor de uit zijn grondgebied herkomstige eieren alsmede de opschriften of de teekenen betreffende het onderscheid tusschen versche en geconserveerde eieren, welke benaming, opschriften of teekens behooren opgenomen te worden in de bij de Overeenkomst gevoegde lijsten.

Dit voorstel zal, samen met de toetreding, bekendgemaakt worden aan al de Contracteerde Staten, met verzoek hun goedkeuring binnen een termijn van zes maanden te geven, alsmede aan het Internationaal Landbouwinstituut. Bij het verstrijken van deze periode zullen de contracteerende landen, die niet geantwoord hebben, beschouwd worden als daarmede instemmend.

De nieuwe benamingen dienen op zulke wijze gekozen dat zij geen aanleiding geven tot verwarring met de andere benamingen die reeds voorkomen in Bijlage A bij deze Overeenkomst.


Artikel 10.

Elke Contracteerende Staat kan ten allen tijde aan de Belgische Regeering ter kennis brengen dat deze Overeenkomst van toepassing is op het geheel of een gedeelte zijner Koloniën, Protectoraten, Grondgebieden onder mandaat, Grondgebieden aan zijne souvereiniteit of zijn gezag onderworpen, en op alle Grondgebieden onder zijn suzereiniteit. De Overeenkomst zal van toepassing zijn op al de Grondgebieden aangeduid in de kennisgeving. Bij gebrek aan deze kennisgeving zal de Overeenkomst niet van toepassing zijn op deze Grondgebieden.


Artikel 11.

Deze Overeenkomst zal in werking treden: voor de vijf eerste souvereine Staten die ze bekrachtigd zullen hebben, binnen een termijn van zes maanden te rekenen van den datum der vijfde bekrachtiging; voor de andere Staten binnen een termijn van zes maanden naar gelang van de nederlegging hunner bekrachtiging of hunner toetreding.


Artikel 12.

Elke Contracteerende Staat die deze Overeenkomst wil opzeggen, hetzij voor het geheel van zijne Grondgebieden, hetzij enkel voor het geheel of een gedeelte zijner Koloniën, Protectoraten, Bezittingen of Grondgebieden, in artikel 10 bedoeld, zal daarvan kennis moeten geven aan de Belgische Regeering, die er onmiddellijk bericht van zal zenden aan de andere toegetreden Staten alsmede aan het Internationaal Landbouwinstituut, met opgave van den datum waarop zij deze opzegging ontvangen heeft.

De opzegging zal enkel hare uitwerking hebben ten opzichte van den Staat, die er kennis van zal gegeven hebben, of van de Koloniën, Protectoraten, Bezittingen of Grondgebieden in de opzeggingsakte bedoeld, en dit eerst één jaar nadat de kennisgeving er van aan de Belgische Regeering zal toegekomen zijn.


Ter oorkonde waarvan de respectieve Gevolmachtigden deze Overeenkomst onderteekend hebben.


Gedaan te Brussel, den 11n December 1931, in een enkel exemplaar, dat zal berusten in het Archief van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken van België.

Een gelijkvormig verklaard afschrift zal langs den diplomatieken weg overhandigd worden aan elken Staat die deze Overeenkomst onderteekend heeft.


Voor Duitschland:

Ad referendum:

(G.) GERHARD LICHTER.


Voor België:

(G) ALBERT HENRY.

(G) DE ROMRÉE.

(G) E. WARNANTS.


Voor Spanje:

(G.) CARLOS BADIA,

Ad referendum.


Voor Estland:

(G.) JURI SAMMUL,

Ad referendum.


Voor Finland:

(G.) HJALMAR GÖÖS,

Ad referendum.


Voor Frankrijk:

(G.) JEAN LEROY.


Voor Algerië:

(G.) JEAN LEROY.


Voor de Helleensche Republiek:

(G.) S. D. SALTAFERA.


Voor Italië:

(G.) ERNESTO SANTORO.


Voor Noorwegen:

(G.) W.M. JOHANNESEN,

Ad referendum.


Voor Nederland:

(G.) J.JL. VAN RIJN.

(G.) J.G TUKKER.



Voor Zwitserland: (G.) BARBEY.


Voor Uruguay (1):

---

(1) De Gevolmachtigde der Republiek Uruguay heeft de Overeenkomst niet onderteekend.

Bijlage A.[bewerken]

Duitschland Deutsch.
België Belgica.
Spanje España.
Finland
Frankrijk France.
Griekenland Grèce.
Italië Italia.
Noorwegen
Nederland Holland.
Zwitserland Suisse.
Uruguay Uruguay.

Bijlage B.[bewerken]

Koelhuiseieren Gesteriliseerde eieren Op een andere wijze geconserveerde eieren.
Duitschland a)op eieren: K.
b) op de verpakking: Kühlhauseier.
a) Konserviert.
b) Konserviert-Eier.
België
Spanje
Finland
Frankrijk
Griekenland
Italië
Noorwegen
Nederland a) op de eieren: Koelhuis.
b) op de verpakking: Koelhuiseieren.
gesteriliseerd
gesteriliseerde eieren
geconserveerd
geconserveerde eieren
Zwitserland
Uruguay

ONDERTEEKENINGSPROTOCOL.[bewerken]

I.

Bij het onderteekenen van deze Overeenkomst, verklaren de contracteerende Staten dat zij bereid zijn met elkaar in onderhandeling te treden ten einde een eenvormigen code op te maken van de opschriften of teekens vermeld in bijlage B, en bestemd om de geconserveerde eieren van de versche eieren te onderscheiden.


II.

De Staten, onderteekenaars van deze Overeenkomst, behouden zich tot op 31 Maart 1932 het recht voor aan de Belgische Regeering de vermeldingen te doen kennen die zij wenschen in Bijlagen A en B te zien opnemen.

Gezegde Regeering zal er kennis van geven aan de andere onderteekenende Staten alsmede aan het Internationaal Landbouwinstituut. De toevoegingen aan Bijlage A vergen echter de goedkeuring van de contracteerende Staten, volgens de derde alinea van artikel 9.

De Staten die op den bovenvermelden datum niet bij machte zouden zijn deze vermeldingen te doen kennen, zullen den termijn opgeven waarbinnen zij meenen het te kunnen doen.


III.

De Staten onderteekenaars van deze Overeenkomst behouden zich het recht voor, op het oogenblik van de nederlegging van de akte hunner bekrachtiging, de Staten aan te duiden van wier bekrachtiging zij de geldigheid dier akte afhankelijk maken.


Voor Duitschland:

(G.) GERHARD LICHTER.

Voor België:

(G) ALBERT HENRY.

(G) DE ROMRÉE.

(G) E. WARNANTS.

Voor Spanje:

(G.) CARLOS BADIA,

Ad referendum.

Voor Estland:

(G.) JURI SAMMUL,

Ad referendum.

Voor Finland:

(G.) HJALMAR GÖÖS.

Voor Frankrijk:

(G.) JEAN LEROY.

Voor Algerië

(G.) JEAN LEROY.

Voor de Helleensche Republiek:

(G.) S. D. SALTAFERA.

Voor Italië:

(G.) ERNESTO SANTORO.

Voor Noorwegen:

(G.) W.M. JOHANNESEN.

Voor Nederland:

(G.) J.JL. VAN RIJN.

(G.) J.G TUKKER.

Voor Zwitserland:

(G.) BARBEY.

Voor Uruguay (1):

---

(1) De Gevolmachtigde der Republiek Uruguay heeft de Overeenkomst niet onderteekend.