Kleine gedigten/De koolmees
← Een godsdienstige jeugd maakt een gelukkige ouderdom | Kleine gedigten voor kinderen (1779) door Hieronymus van Alphen | Pietje bij het ziekbed van zijn zusje → |
Uitgegeven in Utrecht door de wed. Jan van Terveen en zoon. |
[ 58 ]
DE KOOLMEES.
Mijn knip had in den boom een uurtje pas gehangen,
Of deze koolmees zat er in.
Toen zei ik bij mij zelf: wat zal ik vogels vangen!
Dat heet eerst regt een goed begin!
Maar ach! het zijn wel zeven dagen,
Ik zag in al dien tijd geen vink of koolmees weêr;
Nu ben ik heel ter neer geslagen,
Nu zeg ik bij mij zelf: er zijn geen vogels meer.
Die al te grote dingen wagt,
Om dat hem in 't begin zijn pogingen gelukken,
Is even dwaas, als die tot wanhoop wordt gebragt,
Om dat hij voor een tijd voor tegenspoed moet bukken.