Kleine gedigten/Het zieke kind

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De edelmoedige wedervergelding Het zieke kind door Hieronymus van Alphen Het goede voorbeeld
Uit Kleine gedigten voor kinderen

Het zieke kind

Mijn hoofdjen! ach! het doet zo zeer!
Het schijnt van een gespleten;
Geen hobbelpaard vermaakt mij meer;
En schoon men vraagt, wat ik begeer,
Ik walg van lekker eeten.

Al ligt geen kind zo zagt als ik,
De rust is mij benomen.
En slaap ik eens één oogenblik,
Dan worde ik wakker met een schrik
Door 't akelige droomen.

Nu worde ik eerst, door 't geen ik mis,
Tot dankbaarheid gedreven:
Nu voel ik, maar met droefenis,
Hoe veel men Gode schuldig is,
Als men gezond mag leven.

Maar o! die God is altoos goed;
Ik wil nu dankbaar wezen:
En schoon ik pijnen lijden moet,
Geduldig zeggen: God is goed:
Hij kan mij weer genezen.