Kleine gedigten/Lotje en Keesje
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
← De ware vriendschap | Lotje en Keesje door Hieronymus van Alphen | De gezondheid → |
Uit Kleine gedigten voor kinderen |
Lotje en Keesje
Keesje
Zeg me zoete lieve Lotje!
- wat is de oorzaak, datge schreit:
Hebtge uw beugeltas verloren,
- of gebroken, lieve meid?
Lotje
Zou 'k niet schreien, waarde Keesje!
- Moeder lief was niet voldaan
Met mijn naaiwerk; o! zij zag mij
- met verdriet en droefheid aan.
Ja zij wilde mij niet kussen,
- zo als ze anders altijd doet.
Foei mij! ach! dat zulk een moeder
- om mijn stoutheid treuren moet.
Keesje
Wat kan 't baten, dat gij eenzaam
- in een hoekje zit, en klaagt.
Ga, zij zal het u vergeven,
- als gij om verschoning vraagt.
Lotje
Zult gij dan mijn voorspraak wezen?
- mij geleiden?
Keesje
- Ja gewis
Zou ik niet voor Lotje spreken,
- die mijn liefste zusje is.
Maar gij hebt geen voorspraak noodig,
- als gij moeder valt te voet,
Zal zij 't zeker u vergeven,
- moeder, weet gij, is zo goed,
Gistren las zij voor ons beide,
- dat ook God de schuld vergeeft:
'k Weet, zij zal u wis verschoonen,
- daar zij zulk een voorbeeld heeft.